12
Aansluiten van de acculader
Let op:
Controleer of de acculader niet in het stopcontact zit. Sluit in beginsel eerst de rode pluskabel (+) van
de oplader op de pluspool van de accu aan. Daarna sluit u de zwarte min-
kabel (-) op de minpool van de accu aan. Als u de accu in de ingebouwde staat oplaadt, moet u de zwarte minkabel (-)
op de carrosserie aansluiten, zover mogelijk uit de buurt van de accu, carburateur en brandstofleidingen. Houd deze
volgorde steeds aan.
Beveiliging tegen ompoling
Als de aansluiting per ongeluk foutief verloopt, is het apparaat beschermd. Bij foutief aangesloten pooltangen en een
ingestoken voedingseenheid zullen de controle-LED’s niet branden.
De accu opladen
Steek nu de voedingseenheid van de acculader in het stopcontact. Het laadproces wordt nu gestart en de controle-LED‘s
„CHARGING“ en „POWER“ branden.
De lader stelt vast wanneer de accuspanning een waarde van 13,5 Volt heeft bereikt. Hij beëindigt het laadproces en
gaat over op druppellading (de groene „CHARGING“ - LED knippert). Bij een meetwaarde van 13 Volt wordt het laad-
proces weer op gang gebracht.
Beëindig het laadproces door de voedingseenheid van de acculader uit het stopcontact te trekken.
Verwijderen van de lader
Let op:
Trek eerst de stekker uit het stopcontact en neem de volgende volgorde bij het losmaken van de
klemmen in acht. Zo voorkomt u vonkvorming. Omdat tijdens het opladen uiterst explosief knalgas ontstaat,
is dit zeer belangrijk voor uw veiligheid.
Trek de acculader uit het stopcontact.
Verwijder vervolgens de zwarte klem (-). Verwijder daarna de rode klem van de pluspool van de accu.
Onderhoud en verzorging
Onderhoud:
Bij reglementair gebruik is het apparaat onderhoudsvrij.
Verzorging:
Reinig de klemmen elke keer na het opladen. Maak het apparaat uitsluitend schoon met een droge doek.
Gebruik geen vloeistoffen of chemische reinigingsmiddelen. Dompel het apparaat nooit onder in vloeistof. Laat nooit
vloeistof over het apparaat lopen.
Rol de kabels netjes op voordat u het apparaat opbergt om beschadiging van de kabels en het apparaat te voorkomen.
Bewaar het apparaat op een droge en schone plek.
Informatie over de milieubescherming
Gooi elektrische apparaten niet weg met het gewone huishoudelijke afval! Afgedankte elektrische en elektro-
nische apparaten moeten gescheiden worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze worden gerecycled.
U kunt informatie inwinnen bij uw gemeente- of stadsbestuur over afvoermogelijkheden voor afgedankte
elektronische apparaten.
Contactgegevens
EAL GmbH
Otto-Hausmann-Ring 107
D-42115 Wuppertal, Duitsland
Telefoon: +49 (0)202 42 92 83 0
Telefax: +49 (0)202 2 65 57 98
Internet: www.eal-vertrieb.de
E-mail: [email protected]
Summary of Contents for 16505
Page 16: ...16...