12
• Deze waarschuwingsdriehoek geldt als aanduiding van alle voor de veiligheid belangrij-
ke aanwijzingen. Neem deze te allen tijde in acht, anders kan lichamelijk letsel of schade
aan het apparaat het gevolg zijn.
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
• Reiniging en onderhoud mag niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren. Dit kan voor kinderen ge-
vaarlijk speelgoed worden!
• Gebruik dit product uitsluitend voor het beoogde doel!
• Manipuleer of demonteer het apparaat niet!
• Gebruik voor uw eigen veiligheid uitsluitend toebehoren of reserveonderdelen die in
de gebruiksaanwijzing staan vermeld of waarvan het gebruik door de fabrikant wordt
aanbevolen!
• De inductielader mag het zicht van de bestuurder niet beperken.
• De bestuurder mag niet worden gehinderd door de inductielader.
• De inductielader mag niet in de buurt van airbags worden gemonteerd. Raadpleeg het
handboek van uw voertuig of informeer hierover bij uw garage.
• Gebruik de klembeugel niet in voertuigen met automatische regeling van de ventila-
tieroosters!
• Houd toezicht op het laadproces.
• Gebruik alleen geschikte opladers of USB-poorten om op te laden.
• Zorg ervoor dat uw voor het ventilatierooster geplaatste mobiele apparaat niet overver-
hit raakt tijdens het verwarmen.
• Om de kabel te verwijderen, trekt u altijd direct aan de stekker en nooit aan de kabel.
• Bij gebruik in het wegverkeer moeten de voorschriften van de StVZO in acht worden
genomen.
• Houd pinpassen, creditcards en soortgelijke magnetische kaarten uit de buurt van de
inductielader. Magnetische kaarten kunnen beschadigd raken en de hierop opgeslagen
gegevens kunnen verloren gaan.
3. SPECIFICATIES
4. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Afmetingen (L x B x H): 175 x 100 x 100 [mm]
Lengte aansluitsnoer: 1,50 m
Bedrijfsspanning: 5 V DC (USB)
Gewicht:
150 g
Max. apparaatbreedte: 85 mm
Laadstroom:
1 A
5. UITLEG BIJ DE SYMBOLEN
6. GEBRUIKSAANWIJZING
Komt overeen met de
EG-richtlijnen
Een elektrisch product met deze markering
mag niet als afval via het huisvuil worden
afgevoerd
De houders monteren
De inductielader kan met een klemhouder aan de lamellen van een ventilatierooster of met behulp van
een zuignaphouder op de voorruit worden bevestigd. Beide houders worden met een kogelscharnier
aan de inductielader bevestigd. Om een houder te monteren, draait u eerst de wartelmoer aan de ach-