Espa VIGICOR 150M, Instruction Manual, Page: 30 / 48

31
NL
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften voor personen en materieel
30
1. Algemeen ................................................... 31
2. Hantering ................................................... 31
3. Installatie ................................................... 31
3.1. Montage ................................................ 31
3.2. Persleiding monteren ........................... 31
3.3. Elektrische installatie ............................ 31
3.4. Controles
voor de eerste
inbedrijfstelling .................................. 32
4. Inbedrijfstelling ........................................... 32
5. Onderhoud ................................................. 32
6. Afvoeren van het product .......................... 32
7. Typeplaatje ................................................ 32
8. Mogelijke storingen, oorzaken en oplossingen
33
9. Technische gegevens ................................ 33
10. Lijst van de voornaamste onderdelen ...... 45
11. Afbeeldingen .............................................. 46
Veiligheidsvoorschriften voor personen en materieel
De volgende symbolen naast een
paragraaf geven aan dat er gevaar kan optreden
indien de overeenkomstige voorschriften niet
worden opgevolgd.
GEVAAR
Gevaar voor
elektrocutie
Niet-naleving van dit voorschrift
brengt risico van elektrocutie
met zich mee.
GEVAAR
Niet-naleving van dit voorschrift
brengt risico van persoonlijk
letsel en materiële schade met
zich mee.
WAARSCHUWI
NG Niet-naleving van dit voorschrift
brengt risico van schade aan de
pomp of de installatie met zich
mee.
1. ALGEMEEN
Wij verstrekken u deze aanwijzingen om u over de
juiste installatie en een optimaal rendement van onze
pompen te informeren.
Lees eerst deze aanwijzingen voordat u de
pomp gaat installeren.
Bewaar deze om in de toekomst na te kunnen
slaan.
Het VIGICOR-model is een eenfasige dompelpomp
met roestvrijstalen breker, voor de afvoer van grijs
water met vezelige lichamen. De doorgang van vaste
stoffen is ongeveer 8 mm (MAX.)
De maximum watertemperatuur is 35°C.
Volg de installatie- en gebruiksvoorschriften en de
schema’s van de elektrische verbindingen correct
op voor een goede werking van de pomp.
Niet-naleving van de instructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot overbelasting van
de motor, een verlies van de technische
capaciteiten, een vermindering van de levensduur
van de pomp en allerlei gevolgen waarvoor we de
ansprakelijkheid van de hand wijzen.
De pomp kan niet worden gebruikt in een
zwembad terwijl er mensen zwemmen.
Steek nooit uw hand of een voorwerp in de
aanzuig of uitstroomaansluiting, de draaiende
turbine zou ernstige schade veroorzaken.
2. HANTERING
De pompen worden in een passende verpakking
geleverd om transportschade te voorkomen.
Controleer voor het uitpakken of de verpakking
beschadigd of vervormd werd.
Wees voorzichtig bij het optillen en hanteren
van dit apparaat. Gebruik hiervoor passend
gereedschap.
3. INSTALLATIE
3.1. Montage
De pomp kan rusten op de vloer of worden
opgehangen aan een kabel of iets dergelijks.
De pomp mag nooit worden geschorst door
de elektrische kabel of de persleiding
(Afb.2).
Op de automatische versie, met niveau float (versie
A), desgewenst, het niveau van het water voor
starten en stoppen de pomp kan worden ingesteld
door schuiven van de vlotter kabel door zijn haak.
Zorg dat er voldoende ruimte is voor de werking
van de vlotterschakelaar (Afb.2).
De maximale diepte van onderdompeling is 7m.
3.2. Persleiding monteren
De pompen zijn voorzien om te worden aangesloten
op een 1 1/4 "lijn. Echter, indien de geometrische
hoogte is aanzienlijk en de paden zijn lang en
kronkelende, raden wij gebruik lijnen met een
grotere diameter, om drukverlies te voorkomen door
wrijving zoveel mogelijk en om de beste
hydraulische mogelijke prestaties te verkrijgen.
Leidingen moeten worden ondersteund en hun
gewicht niet rust op de pomp.
Het is raadzaam om monteren een terugslagklep om
te voorkomen dat het legen van de buis. Deze
terugslagklep moet de doorgang van vaste stoffen
mogelijk maken van ten minste 10mm.
Zorgen dat de buis niet gebogen en dat is juist
aangebracht op naar uitlaatmondstuk, omdat in
aanvulling op voorkomen van de gewenste stroom, kan
de juiste werking van de pomp worden belemmerd.
3.3. Elektrische installatie
De elektrische installatie moet beschikken
over een alpolige afschakeling met minimaal
3mm contactopeningsafstand.
De beveiliging van het systeem wordt
gebaseerd op een
lekstroomschakelaar (Δfn
= 30mA).
De aansluiting en de dimensionering moeten door een
bevoegde installateur worden uitgevoerd, volgens de
vereisten van de installatie en overeenkomstig de
geldige regelgeving van ieder land.