EMAK MH165, Operator Instructions Manual

Page: 49 / 97

48
Fig. 9
Fig. 10
Fig. 11
andere onderhoudswerkzaamheden van
de motor (bougies, luchtfilter, afstellin-
gen) dient de handleiding van de motor
geraadpleegd te worden.
BELANGRIJKE WENKEN
1. Na de aandrijfriemen gemonteerd te
hebben dient gecontroleerd te worden
dat ze langs de binnenkant van de pin-
nen (1) lopen. (Fig. 9).
2. Om onherstelbare schade aan de
aandrijfriem van de achteruitversnelling
te voorkomen dient de kabel van de
bedieningshendel zodanig afgesteld te
worden dat de buitenste diameter van
aandrijfriem 2 licht tegen het buitenste
profiel van schot 3 leunt (Fig. 9).
3. Bij het monteren van de afschermkap
van de aandrijfriemen dienen de bedie-
nings-hendels aangetrokken te worden
om te voorkomen dat de riemen uit de
katrollen schieten.
4. Als de moeren te strak worden aange-
draaid kunnen de aandrijfriemen weer
geheel terugschieten wat slijtage of stu-
kgaan van de riemen tot gevolg heeft.
Controleer dus of de riemen zich vrij
kunnen bewegen gedurende hun gehele
omloop. (Fig. 9).
5. Controleer of de schroeven 6 niet
te strak zijn vastgedraaid waardoor de
hendel niet terugkeert bij het loslaten
ervan. Indien nodig iets losser draaien
(Fig. 10).
6) Controleer of de instelschroeven en
de veren (voor voor- en achteruitversnel-
ling) bevestigd zijn zoals aangegeven
in fig. 11:
- Vooruitversnelling: bedieningshendel 2
op het stuur (7).
- Achteruitversnelling (indien aanwezig):
bedieningshendel 7 op het stuur (indien
aanwezig) (8).