VEILIGHEIDSADVIEZEN
Maak de dop van de bougie
los en lees de aanwijzingen vóór enige onder-
houds– of reinigingswerkzaamheden of repara-
ties te verrichten. Trek geschikte kleding en
werkhandschoenen aan voor alle handelingen
die gevaarlijk kunnen zijn voor de handen.
Verricht geen onderhoud of reparaties als u niet
over het geschikte gereedschap en voldoende
technische kennis daarvoor beschikt.
Gooi afgewerkte olie, oude
brandstof of andere vervuilende produkten nooit
achteloos weg.
ONDERHOUDSPROGRAMMA
Volg het in de tabel aangegeven onderhoudsprogram-
ma, volgens de termijnen die zich het eerst voordoen.
1)
Vervang de olie om de 25 uur als de motor vol belast
of bij hoge temperaturen werkt.
2)
Maak de luchtfilter vaker schoon als de machine in
een stoffig gebied werkt.
3)
Door een gespecialiseerde werkplaats laten doen.
6.2
BELANGRIJK
LET OP!
6.1
6. ONDERHOUD
OLIE VERVERSEN
Houd u, voor het soort te gebruiken olie, aan de aan-
wijzingen in het desbetreffende hoofdstuk (zie 8.1).
Loos de olie met warme
motor maar let erop de hete onderdelen van de
motor of de afgevoerde olie niet aan te raken.
Mits anders aangegeven in de Gebruikshandleiding
van de machine, als volgt te werk gaan voor de afvoer
van de olie:
a) Zet de machine horizontaal.
b) Maak de zone rondom de vuldop schoon en draai
de dop met de oliepeilstok (1) los.
c) Plaats een geschikte bak om de olie op te vangen
en draai de aftapdop (2) los.
d) Monteer de aftapdop (2) weer en let er hierbij op of
de afdichting goed geplaatst is en of hij stevig aan-
gedraaid is.
e) Nieuwe olie bijvullen (zie 5.1.1).
f) Controleer op de oliepeilstok (3) of het oliepeil tot
aan «MAX» staat.
g) Schroef de dop (1) weer vast en verwijder elk spoor
van eventueel gemorste olie.
De maximale hoeveelheid olie
in de motor is 1,2 liter. Geleidelijk bijvullen met klei-
ne hoeveelheden olie en telkens het niveau controle-
ren, zodat het «MAX» streepje op de peilstok niet
overschreden wordt.
REINIGING VAN DE GELUIDDEMPER
EN VAN DE MOTOR
De geluiddemper moet met koude motor schoonge-
maakt worden.
a) Verwijder met een straal perslucht resten en vuil
waardoor brand ontstaan kan, van de geluiddem-
per en van zijn beveiliging.
b) Zorg ervoor dat de koelluchtopeningen (1) niet ver-
stopt zijn.
c) Maak de plastic onderdelen schoon met een met
water en zeep bevochtigde spons (2).
ONDERHOUD VAN DE LUCHTFILTER
a) Reinig de zone rond het deksel (1) van de filter.
b) Verwijder het deksel (1) door de twee draaiknop-
pen los te draaien (2 -
K 1250 - K 1600), of de
lipjes los te maken (2a -
K 1450).
6.5
6.4
OPMERKING
LET OP!
6.3
6
NL
Controle oliepeil
-
✔
-
-
(zie 5.1.1)
Olie verversen
1)
✔
-
✔
-
(zie 6.3)
Reiniging van de geluiddem-
-
✔
-
-
per en van de motor (zie 6.4)
Controle en reiniging
-
✔
-
-
van de luchtfilter
2)
(zie 6.5)
Vervanging van
-
-
✔
-
de luchtfilter (zie 6.5)
Bougie nakijken
-
-
✔
-
(zie 6.6)
Bougie vervangen
-
-
-
✔
(zie 6.6)
Benzinefilter
-
-
-
✔
nakijken
3)
Handeling
Na de eerste 5 werkur
en
Om de 5 werkur
en of na
ieder gebruik
Om de 50 werkur
en of aan
het eind van het seizoen
Om de 100 werkur
en