EcoWater ROHD 4000, User Manual

Page: 10 / 55

10
ECOWATER
S Y S T E M S
Nederlands
ONDERHOUD
Dit deel omvat dat deel van het onderhoud dat alleen door de gespecialiseerde techniekers van EcoWater
mag uitgevoerd worden. Ondeskundig en/of onzorgvuldig uitvoeren van deze stappen kan leiden tot onher-
stelbare schade aan de membranen.
4.14 VERVANGEN MEMBRANEN
1. Schakel de omgekeerde osmose uit en trek de stekker uit het stopcontact
2. Zorg ervoor dat het volledige systeem drukloos is. Koppel vervolgens de leidingen aan de ingang en
de uitgang van de membranen los.
3. Verwijder voorzichtig de eindkappen.
4. Trek het membraan uit de membraanhouder. Het kan nodig zijn dat je de eindkap aan de onderzijde
eveneens verwijderd, teneinde langs onderen tegen het membraan te kunnen duwen.
5. Plaats het vervangmembraan in de membraanhouder. Zorg er hierbij voor dat de dichtingring zich aan
de voedingskant van de membraanhouder bevindt. Indien nodig kan je de dichtingring invetten met gly-
cerine om het plaatsen te vergemakkelijken.
6. Controleer de O-ringen op de eindkappen en vervang ze indien nodig.
7. Smeer de O-ringen in met glycerine en plaats de eindkappen terug op hun plaats.
8. Sluit alle leidingen terug aan en schakel de omgekeerde osmose terug aan.
PROBLEEMOPLOSSING
Installatie werkt niet A. Controleer of er spanning is op het systeem
B. Controleer of er spanning is na de hoofdschakelaar
C. Controleer of de zekering niet afgesprongen is
D. Controleer of er voldoende inkomende druk is
TE WEINIG OF GEEN PRODUCTIE
1. Ingangsventiel opent automatisch A. Mogelijke overbelasting van de pomp. Zoek de oorzaak
maar de pomp draait niet en schakel de motorbeveiliging terug in.
B. Controleer de spanning op de motor
C. Controleer of de pomp niet geblokkeerd is.
2. Ingangsventiel sluit niet A. Een continu laag debiet doorheen de systeem kan de ven-
tielen vervuilen . Herstel of vervang het ingangsventiel
3. Pompdruk lager dan normaal A. Controleer of pomp beschadigd is
B. Riooldebiet is te hoog en moet verlaagd worden
C. Controleer of er zich lucht in de pomp bevindt.
D. Controleer of de rioolkraan goed werkt
4. Pompdruk hoger dan normaal A. Mogelijk zijn de membranen vervuild. Controleer of de
voorbehandeling goed werkt. Herstel wat nodig is en reinig
membranen