
G-SR / BG
8
W
ijz
ig
in
gen
v
oo
rb
eh
oud
en
7
Beide deuren sluiten
Á
.
Stelhuls met de hand zover uitdraaien
tot dat de
hulpstift eruit buiten valt
Ã
. De klemplaat moet daarbij
haaks t.o.v. de klemstang blijven staan .
Stelhuls borgen
Ä
.
Let op:
De hulpstift houdt tijdens de montage de
sluitinrichting klemvrij in een neutrale positie en is na
montage niet meer nodig.
Alleen bij juist afgestelde klemplaat schuift de
klemstang soepel. Alleen dán kan de loopdeur bij
gesloten passieve deur probleemloos sluiten.
Functiebeproeving:
Beide deuren openen, passieve deur vasthouden.
De loopdeur moet in iedere positie vaststaan.
Passieve deur laten sluiten.
De loopdeur mag pas bij gesloten passieve deur sluiten.
Bij G - SR/BG zonder elektromechanische vastzetting
(EMF) verdere montage vanaf 11
8
Kabel installeren
.
Erop letten dat de kabel niet met bewegende delen in
aanraking komt.
Kabel aansluiten:
EMF- passieve deur
Á
24 V DC – van rookmeldcentrale RMZ of lokaal
brandmeldsysteem
E
= eindschakelaar – schakelt de vastzetting van de
passieve deur meteen uit als tegen de loopdeur gedrukt
wordt.
9
Vastzetpunt instellen
Beide vastzetpunten zijn onafhankelijk van elkaar
tussen ca. 80° en 120° instelbaar.
Spanning (24 V DC) inschakelen.
Beide deuren openen en vastklikken
.
Schroeven losdraaien
Á
.
Deuren tot gewenste vastzethoek openen en daar
vasthouden
.
Schroeven opnieuw vastdraaien
Ã
.
De deuren kunnen nu maximaal tot aan het gekozen
vastzetpunt worden geopend, in deze positie moet
achter de deuren een deurbuffer worden geplaatst
Ä
.
10
Uittrekkracht instellen
Uittrekkracht afhankelijk van deurbreedte en gekozen
drangergrootte instellen.
Conform DIN EN 1155 dient het uittrekmoment bij 90°
deuropeningshoek tussen 40 – 120 Nm te liggen.
Een te hoog ingestelde uittrekkracht kan tot
beschadiging van scharnieren en bevestigingsmiddelen
van het deursluitsysteem leiden.
Functiebeproeving
Beide deuren openen en vastzetten, aan de loopdeur
trekken.
De passieve deur moet automatisch vrijkomen en
sluiten.
De loopdeur mag pas bij gesloten passieve deur auto-
matisch sluiten.
Loopdeur openen en vastzetten.
Passieve deur openen en vastzetten.
Voedingspanning onderbreken, de vastzetting schakelt
zich uit, de deuren moeten nu sluiten.
De loopdeur mag niet eerder sluiten dan wanneer de
passieve deur volledig is gesloten.
11
Eindkappen opsteken.
Gemarkeerde opening in de afdekking uitbreken.
Afdekkappen vastklikken.
12
Benodigde lengte van de middenafdekking bepalen
en op maat zagen
Á
.
Afdekkap vastklikken
.
De op de kunststofkap voor de passieve deur gemar-
keerde opening uitbreken
Ã
.
Kunststofkappen vastklikken
Ä
.
Zie voor overige montage de handleiding TS 93 G.
FUNCTIEBEPROEVING EN ONDERHOUD
Circulaire inzake het gebruik van vastzetinrichtingen.
OVERIGE INSTRUCTIES / VOORSCHRIFTEN
Richtlijnen voor vastzetinrichtingen van het Institut für
Bautechnik, Berlijn.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door rookvergiftiging.
Als de bouwsituatie een correcte sluitvolgorde
van beide deuren zou verhinderen, dan kan een
sluitvolgorderegelaar niet op rook- en brandwerende
deuren worden toegepast.
• Monteer een meenemer om de juiste
sluitvolgorde te garanderen.