G-EMR
—
8
DORMA
W
ijz
ig
in
ge
n vo
orb
eh
ou
de
n
5
Eventueel aanwezige plafondmelders en/of
handschakelaars aansluiten – zie aansluitschema’s.
Let op juiste afsluitweerstanden!
RS-alarmmodule (optie) plaatsen en aansluiten.
De alarmmodule kan niet worden toegepast, wanneer
de relaiscontacten 7, 8, 9 al in gebruik zijn.
Om te voldoen aan veiligheidsklasse II (veiligheids-
isolatie), moet de 230 V voedingskabel tot aan de
aansluitklem dubbel geïsoleerd worden uitgevoerd.
Kabels strippen.
Kabel voor de voedingspanning aansluiten.
Aanraakbeveiliging sluiten en dichtschroeven.
6
Reset (opnieuw scherp schakelen) instellen via DIP-
schakelaar.
5.1 Automatische reset (toestand bij levering)
De rookmeldcentrale wordt na alarm automatisch ge-
reset, zodra geen rook of testgas meer in de rookkamer
aanwezig is. De “In bedrijf” LED brandt weer groen.
5.2 Handmatige reset
Het handmatig opnieuw in bedrijf stellen is voor-
geschreven bij toepassing in vluchtwegbeveiligings-
systemen (conform IfBt Mededelingenblad 5/98,
pt. 3.1.4)
De “In bedrijf” LED knippert groen, zodra er geen
rook of testgas meer in de rookkamer aanwezig is.
Opnieuw scherp schakelen geschiedt met behulp van
de Reset-schakelaar. Bij deze toepassing bijgeleverd
label op de behuizing plakken.
7
Rode beschermkap van de rookmelder verwijderen.
Spanning inschakelen – de “In bedrijf” LED: brandt
groen.
8
Vastzetpunt instellen:
Deur openen en vastzetten
À
.
Schroeven losdraaien
Á
.
Deur tot gewenste vastzethoek openen en
vasthouden
Â
.
Aanwijzing:
Bij instelling van de vastzetinrichting op de
max. deuropeningshoek erop letten dat de kabel niet
bekneld raakt.
Schroeven opnieuw vastdraaien
Ã
.
De deur kan tot maximaal het gekozen vastzetpunt
worden geopend, in deze positie moet achter de deur
een deurbuffer worden geplaatst
Ä
.
9
Uittrekkracht instellen:
Uittrekkracht afhankelijk van deurbreedte en gekozen
drangergrootte instellen.
Conform DIN EN 1155 dient het uittrekmoment bij 90°
deuropeningshoek tussen 40 – 120 Nm te liggen.
Een te hoog ingestelde uittrekkracht kan tot
beschadiging van scharnieren en bevestigingsmiddelen
van het deursluitsysteem leiden.
10
Eindkappen opsteken.
Gemarkeerde opening in de afdekking uitbreken.
Afdekkappen vastklikken.
11
Functiebeproeving
De gebruiks- en veiligheidsinstructies op de “testgas”
verpakking en het Blad Veiligheidsgegevens moeten in
acht worden genomen.
Beide deuren openen en vastzetten.
Testgas (bijv. Hekatron 918/5) op een afstand van ca.
10 – 15 cm in de richting van de rookkamer spuiten.
Na ca. 4 – 6 korte sproeistoten springt de LED
„in Bedrijf“ op rood. Indien de rookmeldcentrale met
de optionele RS-alarmmodule is uitgerust, dan wordt
ook het akoestisch alarm ingeschakeld.
De vastzetting schakelt zich uit, de deur moet nu nu
sluiten.
12
Bijgeleverde stofkap plaatsen, om te verhinderen dat
tijdens de verdere bouwwerkzaamheden stof in de
rookmelder kan geraken.
Wanneer het systeem definitief in gebruik wordt
genomen moet, ná verwijdering van de stofkap
nogmaals de functiebeproeving volgens punt 11 worden
uitgevoerd!
13
Betekenis van de LED signalen
LED aan
LED uit
“In bedrijf” LED 1 (groen/rood)
In bedrijf: groen
Alarm rookmelder: rood
Alarm handschakelaar: rood
“Onderhoud” LED 2 (geel)
Onderhoud noodzakelijk:
knippert
Vervuild: LED knippert
Storing knippert
foutieve bedrading naar rookmelder/handschakelaar
DIP-schakelaar wijziging na inbedrijfstelling:
LED 1: knippert
LED 2: knippert
Wijzigingen worden pas na bediening van de reset-
schakelaar overgenomen.
FUNCTIEBEPROEVING EN ONDERHOUD
+
Circulaire inzake het gebruik van vastzetinrichtingen.
Als de dorpelmelder RMZ in een ruimte met veel
stof wordt gebruikt, dan dienen tenminste de
voorgeschreven onderhoudsintervallen te worden
aangehouden of, indien nodig, te worden verkort
aangezien opeenhoping van stof foutmeldingen
(het sluiten van de deur) kan veroorzaken.
De rookmelder moet conform DIN 14677 na 8 jaar
worden verwisseld. Het bereiken van de vervangingster-
mijn wordt door de LED 2 blijvend gesignaleerd.
OVERIGE AANWIJZINGEN/ VOORSCHRIFTEN
+
Algemene eisen en testgrondslagen voor de toelatings-
procedure voor vastzetinrichtingen van het Institut für
Bautechnik, Berlijn (AAuPZF - Allgemeine Anforderun-
gen und Prüfgrundlagen für das Zulassungsverfahren
für Feststellanlagen).
Summary of Contents for G-EMR
Page 18: ...G EMR 18 DORMA...
Page 19: ...G EMR 19 DORMA...