118
119
STARTEN EN STOPPEN VAN DE MOTOR
1. Starten
WAARSCHUWING:
●
Start de motor in geen geval op dezelfde plek als waar u brandstof getankt heeft. Ga minstens 3 meter bij de tankplek vandaan voordat u de
motor start.
–
Anders kan er brandgevaar ontstaan.
●
De uitlaatgassen van de motor zijn giftig. Laat de motor niet draaien op een slecht geventileerde plaats, bijvoorbeeld in een tunnel, in een
gebouw enz.
–
Gebruik van de motor op een slecht geventileerde plek kan leiden tot vergiftiging door uitlaatgassen.
●
Stop en inspecteer de motor onmiddellijk wanneer u na het starten iets abnormaals bespeurt, zoals een vreemd geluid, geur, of trilling.
–
Als u de motor blijft gebruiken terwijl zich een dergelijk abnormaal verschijnsel voordoet, kan dat leiden tot ongelukken.
●
Controleer of de motor daadwerkelijk stopt wanneer u de stopregelhendel in de “O” stand zet.
●
Let op dat de sproeimiddel-toevoerhendel gesloten is voordat u het apparaat start.
1) Wanneer de motor koud is, of na het bijtanken (koude start):
(1) Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond.
(2) Zet de stopregelhendel (1) in de “I” stand.
(1)
(3)
(3) Druk enkele malen op de opvoerpomp (2) totdat er brandstof in de
opvoerpomp komt.
●
Meestal komt er na 7 tot 10 maal drukken brandstof in de carburateur.
●
Als u de opvoerpomp te vaak indrukt, zal het teveel aan benzine
teruggevoerd worden naar de brandstoftank.
(4) Zet de chokehendel (3) omhoog.
(5) Houd het luchtfilterdeksel met uw linkerhand vast om te voorkomen dat de
motor in beweging komt en zet u schrap in een stabiele houding.
(6) Trek langzaam aan de startgreep tot u compressie voelt. Geef er
vervolgens een stevige ruk aan. Het kan vaak twee tot vier pogingen
vergen totdat de motor start.
●
Trek het startkoord nooit volledig uit.
●
Laat de startgreep geleidelijk terugkeren tot in de behuizing. Als u de
startgreep abrupt loslaat, kan de greep tegen uw lichaam aan zwiepen
of niet goed terugkeren.
(7) Wanneer de motor start, zet u de chokehendel geleidelijk omlaag terwijl
u goed let op hoe de motor loopt. Zorg dat u de chokehendel uiteindelijk
helemaal omlaag zet.
●
Bij koud weer of wanneer de motor afgekoeld is, moet u de chokehendel
altijd langzaam omlaag zetten. Anders kan de motor afslaan.
(8) Grijp de bedieningsgreep (de uitstand-borgknop wordt bij het vastgrijpen
losgezet) en trek aan de gasgeeftrekker om de motor te laten warmdraaien.
Laat de motor 2 tot 3 minuten warmdraaien.
(9) Wanneer de motor gelijkmatig draait en snel op toeren komt zodra u vol
gas geeft, is de motor voldoende opgewarmd.
(2)
Summary of Contents for SP-7650.4 R
Page 262: ...262 ...
Page 263: ...263 ...