NEDERLANDS
86
Juiste stand van lichaam en handen
(afb. 17A, 17B)
WAARSCHUWING:
Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, Zet
ALTIJD
uw handen in de juiste stand,
zoals in afb. 17A wordt getoond.
WAARSCHUWING:
Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het
ALTIJD
stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
• Zet uw handen nooit in de buurt van het zaaggebied. Plaats uw
handen niet op een afstand van minder dan 152 mm (6") van het
zaagblad.
• Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en de
langsgeleiding. Houd u handen in die positie totdat de Aan/Uit-
schakelaar is vrijgegeven en het zaagblad volledig tot stilstand is
gekomen.
• PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT (ZAAG
UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET
PAD VAN HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. ZET UW
HANDEN NIET KRUISLINGS, ZOALS IN AFBEELDING 17B
WORDT GETOOND.
• Houd beide voeten op de vloer en blijf goed in evenwicht. Volg de
verstekarm wanneer u deze naar links of naar rechts verplaatst, en
sta iets opzij van het zaagblad.
• Kijk door de openingen in de beschermkap wanneer u een
potloodlijn volgt.
In- en uitschakelen (afb. 1B)
U schakelt de zaag in door de Aan/Uit-schakelaar (x) in te drukken. U
kunt het gereedschap uitschakelen door de Aan/Uit-schakelaar los te
laten.
Laat het zaagblad volledig op bedrijfssnelheid komen voordat u de
zaagsnede maakt.
Laat de Aan/Uit-schakelaar los en haal de zaagkop pas omhoog als de
rem het zaagblad heeft afgeremd.
In de Aan/Uit-schakelaar zit een gat waarin u een hangslot kunt steken
en zo kunt u de zaag vergrendelen.
INSTELLEN VAN DE VARIABELE SNELHEID (AFB. 1B)
Het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (hh) kan worden
gebruikt om vooraf de maximum snelheid in te stellen.
• Draai het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (hh) naar de
gewenste waarde, die met een nummer wordt aangegeven.
• Gebruik een hoog toerental voor het zagen van zachte materialen
zoals hout. Gebruik een laag toerental voor het zagen van metaal.
XPS
TM
LED Werklichtsysteem gebruiken
(afb. 1A, 1B)
OPMERKING:
De verstekzaag moet op een stopcontact worden
aangesloten.
Het XPS
TM
LED Werklichtsysteem is voorzien van een Aan/Uit-
schakelaar (y). Het XPS
TM
LED Werklichtsysteem werkt onafhankelijk
van de Aan/Uit-schakelaar van de verstekzaag. U kunt de zaag
bedienen zonder dat het licht is ingeschakeld.
Door een bestaande potloodlijn zagen op een stuk hout:
1. Schakel het XPS
TM
systeem in en trek vervolgens de
bedieningshandgreep (c) omlaag zodat het zaagblad dicht bij het
hout komt. De schaduw van het zaagblad verschijnt op het hout.
2. Breng de potloodlijn op één lijn met de rand van de schaduw van
het zaagblad. Misschien moet u, om de potloodlijn nauwkeurig te
kunnen volgen, de verstekhoek of de afschuinhoek aanpassen.
Gewone zaagsneden (afb. 1A, 1B, 18, 19)
Als u de schuiffunctie niet gebruikt, is het belangrijk dat u de
zaagkop zo ver mogelijk naar achteren duwt en dat de knop van de
railvergrendeling (g) is vastgezet. Zo voorkomt u dat de zaag langs de
rails verschuift wanneer het zaagblad op het werkstuk ingrijpt.
Het zagen van meerdere stukken wordt niet aanbevolen, maar het kan
veilig worden uitgevoerd, wanneer u ervoor zorgt dat ieder stuk stevig
tegen de tafel en de langsgeleiding wordt gedrukt.
RECHTE VERTICALE AFKORTZAAGSNEDE
1. Stel de verstekarm in op nul en vergrendel de arm en houd het
hout stevig op de tafel (q) en tegen de langsgeleiding (n).
2. Schakel, terwijl de railvergrendelingsknop (g) is vastgezet, de zaag
in door de Aan/Uit-schakelaar (x) in te knijpen.
3. Laat, wanneer de zaag op snelheid komt, de arm gelijkmatig en
langzaam zakken en zaag door het hout. Haal de arm pas omhoog
als het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
schuivend afkortzagen
Wanneer u een werkstuk groter dan 51 x 150 mm (2" x 6" [51 x
105 mm (2" x 4") bij verstek van 45°]) zaagt, maak dan een naar buiten
gerichte achterwaartse beweging met een losse railvergrendelingsknop
(g) (afb. 18).
Trek de zaag naar buiten naar u toe, breng de zaagkop omlaag naar het
werkstuk toe en voltooi de zaagsnede door de zaag langzaam terug te
duwen.
Laat de zaag tijdens het naar buiten trekken niet in contact komen met
de bovenzijde van het werkstuk. De zaag kan dan naar u toe komen,
wat kan leiden tot persoonlijk letsel en beschadiging van het werkstuk.
AFKORTZAGEN IN VERSTEK
De verstekhoek is vaak 45° voor het maken van hoeken, maar kan
worden ingesteld in iedere stand tussen 50° links of 60° rechts. Verder
werkt u als bij de rechte verticale afkortzaagsnede.
Wanneer u een zaagsnede in verstek uitvoert op werkstukken die
breder zijn dan 51 x 105 mm (2" x 4") die in lengte minder zijn, plaats
dan altijd de langere zijde tegen de langsgeleiding (fig. 19).
AFSCHUINEN
Afschuinhoeken kunnen worden ingesteld van 49° rechts tot 49°
links en kunnen worden uitgevoerd met de verstekarm ingesteld
tussen 50° links of 60° rechts. Raadpleeg het hoofdstuk
Functies
en bedieningfuncties
voor gedetailleerde instructies over het
afschuinsysteem.
1. Maak de afschuinvergrendeling (ee) los en verplaats de zaag naar
wens naar links of naar rechts. De langsgeleiding (n) moet worden
verplaatst zodat er ruimte ontstaat. Zet de afstellingsknop van de
langsgeleiding (m) vast wanneer u de langsgeleidingen op hun
plaats hebt gezet.
2. Zet de afschuinvergrendeling stevig vast.
Wanneer u bepaalde extreme hoeken wilt slagen, zult u de linker of
rechter langsgeleiding misschien moeten verwijderen. Raadpleeg
Aanpassing van de langsgeleiding
in het hoofdstuk
Aanpassingen
voor belangrijke informatie over het aanpassen van de langsgeleidingen
voor bepaalde afschuinzaagsneden.
U kunt de linker of rechter langsgeleiding verwijderen door de
afstellingsknop (m) enkele slagen los te draaien en de langsgeleiding
naar buiten te schuiven.
GROEVEN ZAGEN (AFB. 1B)
Uw zaag is voorzien van een groefstop (bb), diepteafstellingsschroef (aa)
en vleugelmoer (z) voor het zagen van groeven.
• Klap de groefstop (bb) naar de voorzijde van de zaag.
• Stel de vleugelmoer (z) en de diepteafstellingsschroef (aa) af zodat
u de diepte van de groefzaagsnede kunt instellen.
• Plaats een stuk afvalmateriaal van ongev. 5 cm tussen de
langsgeleiding en het werkstuk voor het uitvoeren van een rechte
groefzaagsnede.
KWALITEIT VAN DE ZAAGSNEDE
De gelijkmatigheid van zaagsneden hangt af van een aantal variabelen,
zoals het materiaal dat wordt gezaagd, het type zaagblad, de scherpte
van het zaagblad en de zaagsnelheid.
Wanneer een zo gelijkmatig mogelijke zaagsnede is vereist, voor mallen
en ander precisiewerk, zullen een scherp zaagblad (60-tands carbide)
en een langzamere, gelijkmatige zaagsnelheid de gewenste resultaten
geven.
Summary of Contents for DWS780
Page 1: ...www eu DWS780 ...
Page 4: ...2 Figure 4 Figure 3 Figure 2 Figure 7 Figure 6 Figure 5 ii jj kk ll mm nn ...
Page 7: ...5 Figure 17B Figure 19 Figure 17A Figure 20 Figure 21 A B Figure 18 ...
Page 8: ...6 Figure 25A n ss Figure 25B n ss Figure 24A q n q n Figure 24B ll Figure 23 Figure 22 A ...
Page 9: ...7 Figure 26A Figure 26B Figure 27 Figure 28A a9 Figure 28B o o a m ...
Page 165: ...163 ...
Page 166: ...164 ...
Page 167: ...165 ...