NEDERLANDS
85
2. Als de aanwijzer van de afschuinhoek niet precies 45° aangeeft,
draai dan de rechter afschuinstelschroef totdat de aanwijzer van de
afschuinhoek 45° aangeeft.
DE STOP VAN DE AFSCHUINHOEK AANPASSEN OP 22,5° (OF 30°) (AFB. 1B, 12)
OPMERKING:
Pas de afschuinhoek pas aan wanneer u de 0°
afschuinhoek en de aanwijzer van de afschuinhoek hebt aangepast.
Klap de pal (a2) voor de 22,5° afschuinhoek uit als u de 22,5°
afschuinhoek wilt instellen. Draai de vergrendelingsknop (ee) voor de
afschuinhoek los en kantel de kop geheel naar links. Als de aanwijzer
(yy) van de afschuinhoek niet precies 22,5°aangeeft, draai dan de
stelschroef (zz) voor de kroonlijst met een 10 mm (7/16") steeksleutel
in contact met de pal totdat de aanwijzer van de afschuinhoek 22,5°
aangeeft.
Klap de rechter pal voor de 22,5° afschuinhoek uit als u de rechter
22,5° afschuinhoek wilt instellen. Draai de vergrendelingsknop voor
de afschuinhoek los en trek de 0° afschuinstop (ff) los zodat de 0°
afschuinstop wordt uitgeschakeld. Wanneer de zaag geheel naar rechts
staat, draai dan, als de aanwijzer van de afschuinhoek niet precies
22,5° aangeeft de stelschroef van de kroonlijst (a4) met de 10 mm
(7/16") zaagbladsleutel tot de aanwijzer van de afschuinhoek precies
22,5° aangeeft.
AANPASSING VAN DE LANGSGELEIDING (AFB. 1A)
Het bovenste gedeelte van de langsgeleiding kan worden aangepast
zodat speling ontstaat en de zaag een volledige afschuinhoek van 49°
zowel links als rechts haalt.
1. U kunt de langsgeleidingen (n) aanpassen door de afstellingsknop
(m) van de langsgeleiding los te draaien en de langsgeleiding naar
buiten te schuiven.
2. Probeer of de stand juist is door de speling te controleren met de
zaag uitgeschakeld.
3. Stel dat langsgeleiding af zo dicht mogelijk bij het zaagblad als
praktisch mogelijk is, voor een maximale ondersteuning van het
werkstuk, zonder dat de armbeweging omhoog en omlaag wordt
verhinderd.
4. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding stevig vast.
5. Zet de langsgeleiding weer terug, wanneer de werkzaamheden van
het afschuinen zijn voltooid.
Voor bepaalde zaagsneden kan het misschien beter zijn de
langsgeleidingen dichter bij het zaagblad te zetten. Zet hiervoor de
afstellingsknoppen (m) van de langsgeleiding twee slagen terug en
verplaats de langsgeleidingen dichter bij het zaagblad, voorbij de
normale limiet, en draai vervolgens de afstellingsknoppen van de
langsgeleiding vast. Probeer eerst of de stand juist is, zodat u zeker
weet dat het zaagblad de langsgeleidingen niet raakt.
OPMERKING:
Het spoor van de langsgeleidingen kan verstopt raken
met zaagsel. Reinig de geleidingsgroeven met een borstel of lucht
onder lage druk.
ACTIVERING EN ZICHTBAARHEID VAN DE BESCHERMKAP (AFB. 1A)
De onderste beschermkap (a) is ontworpen voor het automatisch
vrijgeven van het zaagblad wanneer de arm omlaag wordt gebracht en
het bedekken van de arm wanneer de arm omhoog wordt gehaald.
U kunt de beschermkap met de hand omhoog brengen wanneer u
zaagbladen monteert of verwijdert of als u de zaag wilt inspecteren.
BRENG DE onderste BESCHERMKAP NOOIT MET DE HAND
OMHOOG ALS HET ZAAGBLAD NIET STILSTAAT.
AANPASSING VAN DE ZAAGPLAAT (AFB. 1A)
Draai, als u de zaagplaten (w) wilt aanpassen, de schroeven die de
zaagplaten op hun plaats houden. Pas ze zo aan dat de zaagplaten zo
dicht mogelijk bij het zaagblad staan zonder dat de de beweging van
het zaagblad wordt verhinderd.
Als een zaagbreedte van nul nodig is, stel de zaagplaten dan zo dicht
mogelijk bij elkaar af. Zij kunnen nu langzaam worden gezaagd met het
zaagblad zodat de kleinst mogelijke ruimte ontstaat tussen het zaagblad
en de zaagblad.
AANPASSING VAN DE RAILGELEIDING (AFB. 1A)
Controleer de rails (j) regelmatig op speling of ruimte.
De rechter rail kan worden aangepast met de stelschroef (h). U kunt
de ruimte verkleinen met behulp van een 4 mm inbussleutel door de
stelschroef geleidelijk naar rechts te draaien terwijl u de zaagkop naar
voren en naar achteren schuift.
AFSTELLING VAN DE VERSTEKVERGRENDELING (AFB. 1A, 16)
De stang voor de verstekvergrendeling (a7) moet worden aangepast als
de tafel van de zaag kan worden verplaatst wanneer de handgreep van
de verstekvergrendeling vast staat (omlaag).
1. Zet de handgreep van de verstekvergrendeling (u) in de niet-
vergrendelde stand (omhoog).
2. Draai met een 13 mm (1/2") open steeksleutel, de
vergrendelingsmoer (a8) op de de stang van de
verstekvergrendeling los.
3. Draai met een platte schroevendraaier de stang van de
verstekvergrendeling vast door deze naar rechts te draaien, zoals in
afbeelding 16 wordt getoond. Draai de vergrendelingsstang totdat
deze vastzit, draai vervolgens een slag naar links.
4. Zet de verstekvergrendeling weer vast op een niet-vooringestelde
maat op de verstekschaalverdeling – bijvoorbeeld, 34° – en zorg
ervoor dat de tafel niet draait.
5. Zet de vergrendelingsmoer vast.
Voor gebruik
• Installeer het geschikte zaagblad. Gebruik geen zeer versleten
zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het gereedschap
mag niet hoger zijn dan die van het zaagblad. Gebruik geen
slijpschijven.
• Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
• Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
• Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
• Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
• Klem het werkstuk vast.
• Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout
en veel metalen (maar niet voor ijzer en staal), gelden deze
bedieningsvoorschriften alleen voor het zagen van hout. Dezelfde
richtlijnen gelden ook voor andere materialen. Zaag met deze zaag
geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk!
• Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf
breder is dan 10 mm.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING:
Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen
aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert.
Zorg
ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat.
Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
Raadpleeg
Zaagblden
bij
Optionele accessoires
en selecteer het
zaagblad dat het meest geschikt is voor uw werkzaamheden.
Ensure the machine is placed to satisfy your ergonomic conditions in
terms of table height and stability. The machine site shall be chosen so
that the operator has a good overview and enough free surrounding
space around the machine that allows handling of the workpiece
without any restrictions.
Beperk de gevolgen van trillingen, zorg ervoor dat de
omgevingstemperatuur niet te laag is, de machine en de accessoires
goed zijn onderhouden en het formaat van het werkstuk geschikt is
voor deze machine.
We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de
“woodworking machinesregulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften
voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen.
Steek de stekker van de zaag in een 60 Hz stopcontact in de woning.
Raadpleeg het naamplaatje voor de spanning. Let erop dat het snoer u
niet in de weg zit tijdens het werken.
Summary of Contents for DWS780
Page 1: ...www eu DWS780 ...
Page 4: ...2 Figure 4 Figure 3 Figure 2 Figure 7 Figure 6 Figure 5 ii jj kk ll mm nn ...
Page 7: ...5 Figure 17B Figure 19 Figure 17A Figure 20 Figure 21 A B Figure 18 ...
Page 8: ...6 Figure 25A n ss Figure 25B n ss Figure 24A q n q n Figure 24B ll Figure 23 Figure 22 A ...
Page 9: ...7 Figure 26A Figure 26B Figure 27 Figure 28A a9 Figure 28B o o a m ...
Page 165: ...163 ...
Page 166: ...164 ...
Page 167: ...165 ...