33
van of nabij de operatielocatie verbranden en tevens
kan de elektrodetip beschadigd raken.
•
De tip van de elektrode niet aanraken als het
apparaat aanstaat.
•
Tijdens een elektrochirurgische ingreep mag de
patiënt niet rechtstreeks in contact komen met
geaarde metalen voorwerpen. Als het VAPR-systeem
geactiveerd is, kan onbedoeld contact met de patiënt
brandwonden veroorzaken.
•
Ga uiterst voorzichtig te werk bij het gebruik van
elektrochirurgie in de nabijheid van of in direct
contact met metalen voorwerpen. De meeste
artroscopen en artroscopische instrumenten zijn
van metaal. Activeer de elektrode niet als een deel
van de elektrodetip contact maakt met een metalen
voorwerp of instrument. Dit kan namelijk onbedoelde
verwonding van de patiënt of operatiepersoneel
en/of beschadiging van de elektrode en/of andere
apparatuur veroorzaken.
•
Vermijd onnodige en langdurige activering van de
elektrode tussen toepassingen op het weefsel, omdat
dit onbedoelde verwondingen tot gevolg zou kunnen
hebben.
•
Accessoires met het opschrift VOOR EENMALIG
GEBRUIK nooit opnieuw gebruiken. Deze producten
zijn uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik en
zijn niet ontworpen om te worden hergebruikt/
hergesteriliseerd. Door herverwerking kunnen
materiaalkarakteristieken zoals metaalcorrosie en bot
gemaakte randen veranderen, en kunnen keramiek
en plastic vervormen of splijten, waardoor de sterkte
en de prestaties van het apparaat aangetast worden.
Herverwerking van voor eenmalig gebruik bedoelde
instrumenten kan ook kruiscontaminatie veroorzaken,
met als gevolg infectie van de patiënt. Deze risico’s
kunnen de veiligheid van de patiënt in gevaar
brengen.
•
Hernieuwde sterilisatie m.b.v. een autoclaaf kan
kortsluiting in de handbesturing veroorzaken,
waardoor onbedoelde activering op kan treden als de
elektrode aan de generator verbonden is.
•
Raak de distale tip van het instrument (keramische
isolator of metalen actieve component) niet met uw
vingers of met instrumenten aan.
•
Onbedoelde activering of beweging van een
actieve VAPR-elektrode buiten het gezichtsveld kan
verwonding van de patiënt en beschadiging van de
elektrodetip tot gevolg hebben.
•
Controleer met behulp van de artroscoop of de
elektrode tijdens het gebruik geheel door geleidende
irrigatie-oplossing is omgeven, omdat anders de
elektrodetip beschadigd zou kunnen raken.
•
Voorkom dat zich tijdens het gebruik luchtbelletjes
ophopen in de gewrichtsholte. De opeenhoping
van luchtbelletjes rond de elektrode heeft een
negatieve invloed op de prestaties en kan dusdanige
oververhitting tot gevolg hebben dat aangrenzende
structuren of de elektrodetip beschadigd raken.
•
Wikkel kabels van het handstuk, voetpedaal of
de generator nooit om metalen voorwerpen.
Als kabels om metalen voorwerpen gewikkeld zijn,
kan er stroom worden opgewekt met als gevolg
een elektrische schok, brand of verwonding van de
patiënt en/of het operatiepersoneel.
•
Als de afzuigslangen van onvoldoende afzuiging
voorzien zijn, kan dit thermische verwonding van de
arts of patiënt tot gevolg hebben.
•
De sonde mag NIET onnodig en langdurig geactiveerd
worden, dit kan oververhitting van het irrigatiemiddel
en onbedoelde weefselbeschadiging tot gevolg
hebben. Als de sonde langdurig geactiveerd wordt
bij gebruik van afzuiging, kan de temperatuur van de
schacht of afzuigslangen oplopen.
•
Bij normaal gebruik zijn elektroden onderhevig aan
slijtage, afhankelijk van factoren als gebruiksduur,
verwijdering van veel weefsel, langdurig gebruik
van zoutoplossing, hoge vermogensinstelling en
gebruik met minimale afzuiging of irrigatievloeistof.
Controleer de elektrodetip periodiek op slijtage en
werking. Vervang de elektrode als er sprake is van
bovenmatige slijtage.
•
Bij elektroden met afzuiging moet de afzuigadapter
aan de standaard afzuigapparatuur van de instelling
gekoppeld worden. Controleer of de rolregelklem
