NEDERLANDS
61
10
WEERGAVE MET DE AFSTANDSBEDIENING
De DCM-280-kompakt diskspeler kan bediend worden van de andere kant van de kamer m.b.v. de bijgeleverde
afstandsbediening RC-258.
(1) Inleggen van de droge cel batterij
1. Verwijder de afdekking op de achterkant van de
afstandsbediening.
2. Leg twee R6P-batterijen (AA-grootte) in de RC-
258, volgens de aanduidingen op het batterijvak.
3. Breng de afdekking op de achterkant van de
afstandsbediening weer op zijn plaats aan.
Waarschuwingen m.b.t. de droge cel batterijen
• Gebruik R6P-batterijen in de afstandsbediening RC-
258.
• Afhankelijk van de keren dat u er gebruik van
maakt, dient u de droge cel batterijen ongeveer
eens per jaar te vervangen.
• Als de afstandsbediening weigert de kompakt
diskspeler te bedienen, zelfs voordat een jaar
verstreken is, dient u de droge cel batterijen door
nieuwe te vervangen.
• Zorg ervoor de polariteitsaanduidingen binnenin de
kast van de afstandsbediening te volgen, waarbij u
het + en – uiteinde van elke batterij in de
aangegeven richting legt.
• Batterijen kunnen beschadigd raken of gaan lekken
onder de volgende omstandigheden.
✽
Gebruik van nieuwe batterijen samen met oude.
✽
Gelijktijdig gebruik van verschillende batterijen.
✽
Wanneer de batterijen kortgesloten worden
tengevolge van uit elkaar halen van de batterijen,
blootstelling aan hitte of doordat u ze in een vuur
gooit.
• Verwijder de batterijen, wanneer de afstandsbediening
langere tijd niet gebruikt wordt.
• Als vloeistof lekt uit de batterijen, zorg er dan voor
alle batterijvloeistof binnenin het batterijvak weg te
vegen en de batterijen door nieuwe te vervangen.
(2) Gebruik van de afstandsbediening
• Richt de afstandsbediening op de lichtontvanger op
het voorpaneel van de kompakt diskspeler, zoals op
onderstaande tekening getoond wordt.
• De afstandsbediening kan gebruikt worden tot op
een afstand van 8 meter in een rechte lijn vanaf de
kompakt diskspeler. Deze afstand wordt echter
korter als er enig obstakel is tussen de
afstandsbediening en de lichtontvanger, of als de
ichtstraal schuin loopt.
Afstandssensor
(REMOTE SENSOR)
Links 30°
Rechts 30°
• De afstandsbediening heeft dezelfde funkties als
het hoofdtoestel, maar de volgende bewerkingen
kunnen niet uitgevoerd worden.
✽
In- en uitschakelen van de spanning.
Waarschuwingen bij gebruik
• Druk de bedieningstoetsen op het hoofdtoestel en
de afstandsbediening niet gelijktijdig in. Dit zou
slechte werking tot gevolg kunnen hebben.
• Bediening van de afstandsbediening zal gehinderd
worden als fel licht van de zon of een lichtinrichting
op de afstandssensor (REMOTE SENSOR) schijnt,
of als er een obstakel is tussen de afstandsbediening
en de kompakt diskspeler.
AFSTANDSBEDIENING RC-258
Inschakelen in de programmeerstand
• Druk de PROG/DIRECT-toets in voor programma-
opsporing, waarna u de passagenummer-
toetsen (1 t/m 10 en +10) indrukt.
• De afstandsbediening staat normaal gesproken
in de direkte funktie.
Open/sluit schuif (
5
OPEN/CLOSE)
Randomtoets (RANDOM)
Herhalingstoets (REPEAT)
Passagenummertoetsen (1
t/m
10)
Weergavetoets (
1
PLAY)
Pauzetoets (
3
PAUSE)
Stoptoets (
2
STOP)
Automatische opsporingstoets achteruit (
8
)
Automatische opsporingstoets vooruit (
9
)
Tijdfunktietoets (TIME)
Programma/direkttoets (PROG/DIRECT)
Diskkeuzetoets (DISC SELECT)
Oproeptoets (CALL)
+10-toets (+10)
Diskoverspring toets + (DISC SKIP +)
Volumet ()
Diskoverspring toets – (DISC SKIP –)
Volumetoetsen – (VOLUME –)
Handopsporingstoets vooruit (
7
)
Handopsporingstoets achteruit (
6
)
Deze gebruiken om het uitgangsniveau
van het instelbare uitgangsaansluitpunt
(VARIABLE) in te stellen.
Het volume wordt verhoogd wanneer
u de “+”-toets indrukt, verlaagd
wanneer u de “–”-toets indrukt.
• DISK-KEUZE
Gebruik de DISC SELECT-toets om het nummer te
kiezen van de disk die wordt weergegeven.
“–” verschijnt op het disknummergedeelte van de
display gedurende 2 sekonden als de DISC
SELECT-toets wordt ingedrukt. Druk de
nummertoets in die overeenkomt met het nummer
van de disk die wordt weergegeven, terwijl “–” te
zien is voor de keuze van het disknummer.
Passagenummers worden gekozen als de
nummertoetsen worden ingedrukt, terwijl “–” niet
op het disknummergedeelte van de display staat.
• Direkte Keuze
Normaal gesproken is direkte opsporing mogelijk
door gewoon de gewenste nummertoetsen in te
drukken.
• Programma-Keuze (tijdens weergave wordt de
passage, die op dat moment wordt
weergegeven, geprogrammeerd als de 1ste
passage.)
Druk de PROG/DIRECT-toets in en daarna de
nummertoetsen.
Druk bijvoorbeeld op PROG/DIRECT
/
3
/
+10
en 1
/
5 om passagenummers 3, 11 en 5 te
programmeren.
Druk de PROG/DIRECT-toets in om het programma
te annuleren.
• Invoeren van de passagenummers
Voor passagenummers onder de 10, gewoon de
korresponderende toets indrukken. Voor
passagenummers 11 of hoger, eerst +10 en daarna
de nummertoetsen indrukken.
Druk bijvoorbeeld tweemaal op +10 en daarna op 2
voor passagenummer 22.
• Volume
De volumeregelaar op het toestel werkt wanneer
de volumetoetsen worden ingedrukt. Het volume
kan worden gekontroleerd door de positie van de
regelaar te bekijken.