51
NL
- Maai niet op overdreven steile hel-
lingen (max. 10°).
• Beweeg het apparaat slechts stap-
voets voort.
• Wees uiterst voorzichtig wanneer u
het apparaat omkeert of het naar u
toe trekt.
• Houd het snoeigereedschap stil wan-
neer het apparaat gekanteld moet
worden, voor het transport op andere
vlakten dan gras en wanneer het ap-
paraat van de te maaien vlakte weg of
in de richting van de te maaien opper-
vlakte voortbewogen wordt.
• Gebruik nooit het apparaat met be-
schadigde beschermingsinrichtingen
of beschermroosters of zonder aan-
gebouwde beschermingsinrichtingen,
bijvoorbeeld stootbescherming en/of
grasvanginrichtingen. Daardoor wordt
ervoor gezorgd dat de veiligheid van
het apparaat gehandhaafd blijft.
• Wijzig de regelaarinstelling van de
motor niet of draai deze niet dol. U zou
het apparaat kunnen beschadigen.
• Voordat u de motor start, ontkoppelt u
al het snoeigereedschap en alle aan-
drijvingen.
• Start of activeer de startschakelaar
met voorzichtigheid en dit in overeen-
stemming met de door de fabrikant
verstrekte instructies. Let op vol-
doende afstand van de voeten tot het
snoeigereedschap. Er bestaat gevaar
voor verwondingen.
• Bij het starten of aanzetten van de
motor mag het apparaat niet gekan-
teld worden tenzij het apparaat bij het
procédé opgetild moet worden. In dit
geval kantelt u het apparaat slechts
in die mate als absoluut noodzakelijk
is en tilt u enkel de van de gebruiker
afgewende zijde op.
• Start de motor niet wanneer u vóór
het uitwerpkanaal staat.
• Schakel de motor op instructie in en
enkel wanneer uw voeten zich op een
veilige afstand tot het snoeigereed-
schap bevinden.
• Breng nooit handen of voeten tegen
of onder draaiende onderdelen. Neem
altijd een veilige afstand tot de uitwer-
popening in acht. Eén moment van
onoplettendheid bij het gebruik van
het apparaat kan tot ernstige verwon-
dingen leiden.
• Het apparaat nooit met een draaiende
motor optillen of dragen.
• Zet de motor uit, trek de bougiedop
af en vergewis u dat alle beweegbare
onderdelen stilstaan:
- voordat u blokkeringen lost of ver-
stoppingen in het uitwerpkanaal
verhelpt;
- voordat u het apparaat controleert,
reinigt of eraan werkt;
- wanneer een vreemd voorwerp
geraakt werd. Zoek naar beschadi-
gingen aan het apparaat en voer de
noodzakelijke reparaties door voordat
u herstart en met het apparaat werkt;
- indien het apparaat ongewoon sterk
begint te trillen, is een onmiddellijke
controle noodzakelijk.
• Zet de motor uit
- wanneer u het apparaat verlaat;
- voordat u bijtankt;.
• Laat het apparaat nooit zonder toe-
zicht op de werkplaats achter.
• Werk niet met een beschadigd, onvol-
ledig of zonder de toestemming van
de fabrikant omgebouwd apparaat.
Het gebruik van machines voor ande-
re dan de voorziene toepassingen kan
tot gevaarlijke situaties leiden.
Summary of Contents for DG-PLM 5125 SP
Page 3: ...3 30 23 29 27 31 23 23a 22 27a 25 24 2 1 17 a 17 28 18...
Page 4: ...4 0 75 mm 34 11 15 2 26 1 25 32 20 2 33 24 1...
Page 5: ...5 36 37 13 35 12...
Page 175: ...175...
Page 185: ......
Page 188: ......