43
7.9
Afstellen gas/luchtregeling
De CO
2
- instelling is ingesteld in de fabriek en heeft in principe geen aanpassingen nodig. De
instelling kan worden gecontroleerd door het CO
2
percentage in de verbrandingsgassen te meten.
In geval van een mogelijke storing van de aanpassing, moet de vervanging van de gasklep of de
omzetting naar een ander gastype worden gecontroleerd en indien nodig ingesteld volgens de
onderstaande instructies. Controleer altijd het CO
2
percentage wanneer het deksel open staat.
De koolstofdioxideinstelling controleren
1
Schakel de gasboiler uit met de knop.
-
verschijnt op het servicedisplay.
2
Verwijder het voorpaneel van de gasboiler.
3
Verwijder de afdekkap van het monsterpunt (X) en voer een geschikte
schoorsteengasanalysesonde in.
BELANGRIJK
Zorg dat de opstartprocedure van het analyseapparaat is voltooid
alvorens de sonde in het monsterpunt te steken.
BELANGRIJK
Laat de gasboiler stabiel draaien. Er kunnen foute metingen voorkomen
indien de meetsonde wordt aangesloten vooraleer de gasboiler stabiel
draait.
4
Schakel de gasboiler in met de knop en creëer een verzoek voor ruimteverwarming.
5
Selecteer de instelling Hoog door tweemaal tegelijk de knoppen
en in te drukken. Er
verschijnt een hoofdletter "H" op het servicedisplay. De gebruikersinterface geeft symbool Bezig
weer. Voer GEEN test uit wanneer kleine letter “h” wordt weergegeven. Als dit het geval is druk
dan opnieuw
en in.
6
Laat de uitleeswaarden zich stabiliseren. Wacht minstens 3 minuten en vergelijk het CO
2
-
percentage met de waarden in de onderstaande tabel.
CO
2
-waarde bij
maximumvermogen
Aardgas G20
(20 mbar
Aardgas G25
(25 mbar)
Alleen in België)
Propaan G31
(30/37/50 mbar)
Maximumwaarde
9,6
8,3
10,8
Minimumwaarde
8,4
7,3
9,8
7
Noteer het CO
2
percentage bij maximumvermogen. Dit is belangrijk met betrekking tot de
volgende stappen.
BELANGRIJK
Het is NIET mogelijk om het CO
2
percentage aan te passen wanneer het
testprogramma wordt uitgevoerd. Wanneer het CO
2
percentage afwijkt van de
waarden in de bovenstaande tabel, neem dan contact op met uw lokale
serviceafdeling.
8
Selecteer de instelling Laag door eenmaal tegelijk de knoppen
en in te drukken. “L”
verschijnt op het servicedisplay. De gebruikersinterface geeft symbool Bezig weer.
9
Laat de uitleeswaarden zich stabiliseren. Wacht minstens 3 minuten en
vergelijk het CO
2
-percentage met de waarden in de onderstaande tabel.
CO
2
-waarde bij
minimumvermogen
Aardgas G20
(20 mbar)
Aardgas G25
(25 mbar)
(allen in België)
Propaan G31
(30/37/50 mbar)
Maximumwaarde
(a)
Minimumwaarde
8,4
7,4
9,4
(a)
CO
2
-waarde bij maximumvermogen geregistreerd bij instelling Hoog.
10
Als het CO
2
-percentage bij maximum en minimumvermogen zich binnen het bereik vermeld in de bovenstaande tabellen
bevindt, is de CO
2
instelling van de ketel correct. Indien NIET, pas de CO
2
-instelling dan aan
volgens de instructies in het onderstaande hoofdstuk.
11
Schakel het apparaat uit door op de knop te drukken en zet het monsterpunt terug op
zijn plaats. Zorg dat deze gasdicht is.
12
Zet het voorpaneel terug op zijn plaats.
Summary of Contents for ROTEX GW-20 H12
Page 1: ...ROTEX 4P374380 1D 88554801 02 2016 4P374380 1D 88554801 02 2016...
Page 29: ...30...
Page 81: ...30...
Page 133: ...30...
Page 185: ...30...
Page 237: ...30...
Page 290: ...30...
Page 342: ...30...
Page 395: ...31...
Page 421: ...57...
Page 422: ...58...
Page 423: ...59...
Page 424: ...ROTEX 008 1548799_00 88554803 05 2018 4P374380 1D 88554801 02 2016...