7
6
Tapwaterbedrijf
RHOB*AAV1H in combinatie met indirect gestookte tank
De warmwatervoorziening heeft voorrang op de verwarming. Bij toepassing van een
tanksensor zal, als door de tanksensor een temperatuur van 5 graden lager dan de
ingestelde waarde wordt gedetecteerd, een eventuele CV-vraag onderbroken worden.
Na het aanlopen van de ventilator (code
3
) en het ontsteken (code
4
) komt de
automaat in tapwaterbedrijf (code
6
). Bij toepassing van een tankthermostaat zal de
warmtevraag starten bij het openen van de thermostaat en eindigen als de thermostaat
weer sluit. Het toerental van de ventilator, en daarmee het vermogen van het toestel,
wordt in dat geval geregeld door de automaat op basis van een vaste
aanvoertemperatuur. Het sanitair warmwater kan worden ingesteld tussen 40°C en
65°C. De ingestelde tanktemperatuur wordt tijdens tapwaterbedrijf op het
bedieningspaneel getoond. Door de servicetoets in te drukken tijdens tapwaterbedrijf,
kan de werkelijke tanktemperatuur afgelezen worden.
2.4
PC Interface
De automaat is voorzien van een interface voor een PC. Door middel van een dongle
en bijbehorende software kan een PC aangesloten worden. Met deze voorziening is het
mogelijk om het gedrag van de automaat, het toestel en de verwarmingsinstallatie over
een lange periode te volgen.
2.5
Testprogramma’s
In de branderautomaat is een voorziening aangebracht om het toestel in een test status
te brengen.
Door het activeren van een testprogramma zal het toestel in bedrijf komen met een vast
ventilator toerental, zonder dat de regelfuncties zullen ingrijpen.
De veiligheidsfuncties blijven wel actief.
Het testprogramma wordt beëindigd door de en gelijktijdig in te drukken.
Testprogramma's
Omschrijving programma
Toets combinaties
Display uitlezing
Brander aan met minimaal WW
vermogen (zie parameter d § 7.2)
en
“L”
Brander aan met ingesteld maximaal
CV-vermogen (zie parameter 3 § 7.2)
en (1x)
“h”
Brander aan met maximaal WW
vermogen (zie parameter 3 § 7.2)
en (2x)
"H"
Uitschakelen testprogramma
en
Actuele
bedrijfssituatie
Als het toestel in test bedrijf is kunnen de volgende gegevens via het display worden uitgelezen:
• Door de toets blijvend in te drukken wordt op het display de CV-druk getoond.
• Door de toets blijvend in te drukken wordt op het display de gemeten ionisatiestroom getoond
2.5.1
Vorstbeveiliging
•
Om bevriezing van het toestel te voorkomen is het
toestel voorzien van een vorstbeveiliging. Als de
temperatuur van de warmtewisselaar te laag wordt,
gaat de pomp draaien tot de temperatuur van de
warmtewisselaar voldoende is. Als de vorstbeveiliging
ingrijpt dan is code
7‘
zichtbaar (opwarmen wisselaar).
•
Als de installatie (of een deel daarvan) kan bevriezen,
moet er op de koudste plaats een (externe)
vorstthermostaat op de retourleiding aangebracht
worden. Deze moet volgens het elektrisch schema
aangesloten worden (zie § 10.3).
Opmerking
Als het toestel buiten bedrijf is (
-
op het service display) blijft de toestelvorstbeveiliging
actief, op een warmtevraag van een (externe) vorstthermostaat wordt echter niet
gereageerd.
Summary of Contents for ROTEX GW-20 H12
Page 1: ...ROTEX 4P374380 1D 88554801 02 2016 4P374380 1D 88554801 02 2016...
Page 29: ...30...
Page 81: ...30...
Page 133: ...30...
Page 185: ...30...
Page 237: ...30...
Page 290: ...30...
Page 342: ...30...
Page 395: ...31...
Page 421: ...57...
Page 422: ...58...
Page 423: ...59...
Page 424: ...ROTEX 008 1548799_00 88554803 05 2018 4P374380 1D 88554801 02 2016...