DAB KC, Instruction For Installation And Maintenance

Page: 35 / 64

NEDERLANDS
33
Afb. 4
Als de pomp moeite heeft om druk op te bouwen,
kan het noodzakelijk zijn de stappen 1 t/m 6 te
herhalen.
7.2 Controle van de draairichting
ALLEEN VOOR
DRIEFASIGE MOTOREN
De juiste draairichting wordt aangegeven door een pijl op
het deksel van de motorventilator.
De pomp moet met de klok mee draaien, gezien vanaf de
motor.
Als de draairichting onjuist is, moet de elektrische voeding
worden afgekoppeld en moeten twee willekeurige
ingaande voedingsfasen worden verwisseld.
8. ONDERHOUD
LET OP!
De elektropomp mag alleen worden
gedemonteerd door een
gespecialiseerd, gekwalificeerd
vakman die voldoet aan de eisen van
de specifieke normen op dit gebied.
In
ieder geval moeten alle reparaties en
onderhoud pas worden verricht nadat de
pomp is afgekoppeld van het voedingsnet.
Verzeker u ervan dat de voeding niet
onopzettelijk kan worden ingeschakeld.
– De inwendige onderdelen van de pomp vereisen geen
onderhoud.
– Met het oog op een juiste koeling is het belangrijk de
motor schoon te houden.
– Als de pomp geïnstalleerd is in een stoffige omgeving,
moet de motor regelmatig schoongemaakt en
gecontroleerd worden.
– Houd rekening met de beschermingsklasse van de
motor op het moment van reiniging.
– De motor heeft lagers met permanente smering, die
onderhoudsvrij zijn.
8.1 Vorstbescherming
– Om schade te voorkomen moeten inactieve pompen in
vorstperiodes worden geleegd.
– Verwijder de vul- en aftapdoppen. Afb.4
– Plaats de doppen pas weer terug als de pomp opnieuw
in bedrijf wordt gesteld.
Voor het starten na een inactieve
periode, moeten de pomp en de
aanzuigleiding volledig worden gevuld
met vloeistof.
Paragraaf 7.1 "Vullen met vloeistof".
8.2 Reiniging
Voorafgaand aan een lange periode van inactiviteit moet de
pomp worden uitgespoeld met schoon water, om corrosie en
de vorming van afzettingen in de pomp zelf te voorkomen.
Vuldop
Aftapdop