15
NL
PRODUCTONDERDELEN
(a)
Opbergcompartiment
gebruiksaanwijzing
(b)
Rugleuning
(c)
Verstelbare hoofdsteun
(d)
Hoogteregeling hoofdsteun
(e)
Zitverhoger
(f)
Buikgordelgeleiders
(g)
Geleider schoudergordel
(h)
Zijwaartse bescherming
(i)
ISOFIX vergrendelarmen
(j)
ISOFIX verstelhendel
(k)
ISOFIX ontgrendelknop
(l)
Veiligheidsindicator ISOFIX
(m)
ISOFIX fixatiepunten
EERSTE INSTALLATIE
Zet de rugleuning
(b)
vast op de zitverhoger
(e)
door de geleider op de as van
de zitverhoger te klikken. Vouw de rugleuning
(b)
vervolgens naar voren.
DE JUISTE POSITIE IN HET VOERTUIG
Met ingetrokken ISOFIX-vergrendelarmen
(i)
kan het autostoeltje worden
gebruikt op autostoelen die zijn uitgerust met een met automatische driepunts-
veiligheidsgordel. Om ISOFIX te gebruiken, raadpleeg de lijst van compatibele
voertuigen op
www.cybex-online.com
.
Wanneer een kind groter is dan 135 cm, kan de verenigbaarheid tussen
Solution B i-Fix en uw voertuig afnemen. Raadpleeg de lijst van compatibele
voertuigen om te controleren of het autostoeltje kan worden gebruikt in alle
hoofdsteunposities zonder beperkingen.
In uitzonderlijke gevallen mag het autostoeltje ook op de passagiersstoel voor-
in worden gebruikt. Volg altijd de aanbevelingen van de autofabrikant op.
HET KINDERZITJE IN HET VOERTUIG INSTALLEREN
1. Zorg er altijd voor dat…
•de rugleuning in het voertuig rechtop vergrendeld is.
•bij het installeren van het kinderzitje op de passagiersstoel voorin, zet u de
autostoel zover mogelijk naar achter zonder dat u loop van de gordel moet
aanpassen.
2. Gebruik de ISOFIX-verstelhendel
(j)
onder de zitverhoger
(e)
en trek de
twee ISOFIX vergrendelarmen
(i)
zo ver mogelijk uit.
3. Draai nu de vergrendelarmen van de ISOFIX
(i)
180° zodat ze naar de
ISOFIX-fixatiepunten wijzen
(m)
.
4. Plaats de kinderzitje op de juiste zitting in de auto.
5. Duw de twee vergrendelingsarmen
(i)
in de ISOFIX-fixatiepunten
(m)
totdat
deze met een hoorbare ‘KLIK’ vastzitten.
6. Gebruik de ISOFIX-verstelhendel
(j)
en duw het kinderzitje tegen de
autostoel.
7. Zorg ervoor dat het volledige oppervlak van de rugleuning van het kinderzit-
je
(b)
tegen de rugleuning van de autostoel leunt.
💡
Als de hoofdsteun van de auto zich in de weg bevindt, trek hem dan
naar boven of verwijder hem volledig (behalve bij achterwaarts gerichte
autostoelen).
8. Zorg ervoor dat het kinderzitje stevig vastzit door te proberen het uit de
ISOFIX-fixatiepunten te trekken
(m)
. De groene veiligheidsindicatoren
(l)
moeten duidelijk zichtbaar zijn aan beide kanten van het kinderzitje.
9. Als het kinderzitje wordt gebruikt zonder ISOFIX, kan deze aan de onderkant
van het zitje worden opgeborgen.
💡
Als het kinderzitje wordt gebruikt zonder ISOFIX, kan deze aan de onder-
kant van het zitje worden opgeborgen. Uw kind moet nog steeds worden
vastgezet met de driepuntsgordel van de auto.
HET KINDERZITJE UIT DE AUTO HALEN
Voer de installatiestappen in de omgekeerde volgorde uit.
1. Ontgrendel de ISOFIX vergrendelarmen
(i)
aan beide zijden door de ont-
grendelknoppen te duwen
(k)
en ze tegelijkertijd terug te trekken.
2. Trek kinderzitje los van de ISOFIX-fixatiepunten
(m)
.
3. Verwijder de kinderzitje en berg de ISOFIX op in omgekeerde volgorde van
de installatie.
DE HOOFDSTEUN VERSTELLEN
De hoofdsteun
(c)
kan worden versteld met behulp van de handgreep
(d)
aan
de achterkant van de hoofdsteun
(c)
. Verstel de hoofdsteun zodanig dat de
ruimte tussen de schouder van het kind en de hoofdsteun
(c)
maximaal 2 cm
(ongeveer 2 vingers dik) is.
💡
De hoogte van de hoofdsteun kan nog worden aangepast als het
kinderzitje in de auto is geïnstalleerd.