NL - 17
Status
Actie
Resultaat
Noodstopknop geactiveerd.
Probeer de machine in te schakelen. De machine wordt ingeschakeld.
De icoon Afb. 7.E knippert en
de icoon Afb. 7.Q licht op.
De tractie en de maai-
inrichtingen werken niet.
Maai-inrichtingen gekoppeld
De achteruitversnelling wordt
geactiveerd zonder de knop voor
de vrijgave voor het achteruit
maaien ingedrukt te houden.
De maai-inrichtingen
wordt ontkoppeld.
Maai-inrichtingen gekoppeld.
De opvangzak wordt getild of
de achterste aflaatbescherming
wordt verwijderd (enkel voor
modellen met opvang achteraan).
De maai-inrichtingen
wordt ontkoppeld.
Machine ingeschakeld
en in beweging.
Het tractiepedaal wordt losgelaten.
De machine vertraagt en stopt.
Machine ingeschakeld
en in beweging.
Rijtest.
Geen abnormale trillingen, geen
abnormaal geluid, correcte
werking van het stuur, van de
bedieningen en van de pedalen.
GEVAAR
Indien eender welke van deze resultaten
verschilt van wat aangegeven is in de tabellen,
mag de machine niet gebruikt worden.
Neem contact op met een servicecentrum
voor de nodige controles en herstelling.
OPMERKING
Denk er altijd aan dat de veiligheidsinrichtingen
het starten van de machine beletten wanneer
de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden
genomen. In deze gevallen, nadat de vrijgave
voor de start is hersteld, verwijdert u de
sleutel voordat u de machine opnieuw start.
7.3 GEBRUIK OP HELLEND TERREIN
Neem de limieten van de Tabel
"Technische Gegevens" en van afb.12 in
acht, onafgezien van de rijrichting.
Denk eraan dat er geen "veilige" hellingen
bestaan. Werken op bij hellingen vereist
bijzondere aandacht. Om omkantelen
of verlies van controle over de machine
te vermijden, raadt men aan:
•
Het gazon in geen geval te maaien in de
dwarsrichting ten opzichte van de helling.
Maai een hellend gazon altijd van boven
naar beneden en nooit in de dwarsrichting,
en in de vooruitversnelling. Pas erg goed
op bij het veranderen van richting en let
erop niet op obstakels te stuiten (bijv.
stenen, takken, wortels, enz.). Deze
obstakels kunnen het zijwaarts glijden en
het omkiepen van de machine veroorzaken
of de macht over het stuur doen verliezen.
•
Niet plotseling te stoppen of weg te rijden
bij het op- of afrijden van een helling.
•
Schakel de aandrijving zacht en
uiterst voorzichtig in
om te vermijden
dat de machine zou steigeren.
•
Verminder de snelheid:
• vooraleer van richting te veranderen
en in smalle bochten;
• voordat u een helling aangaat,
vooral bergafwaarts, om een
veilige remweg te garanderen
.
•
Gebruik de achteruitversnelling nooit
om snelheid te minderen: dit kan de
macht over het stuur doen verliezen,
vooral op gladde terreinen.
KENNISGEVING
De vooruitbewegingssnelheid wordt verminderd
wanneer de machine op een helling rijdt.
7.4 STARTEN
Om de machine te starten:
1.
Controleer dat de transmissie
is ingeschakeld (par. 6.3).
2.
Op de bestuurdersstoel gaan zitten.
3.
Plaats de sleutel helemaal (Afb. 6.A).
4.
Wacht tot de elektrische check van
de machine is uitgevoerd, waarbij de
iconen op het knoppenbord oplichten.
5.
Druk op de startknop (afb.7.A).
6.
Wacht tot de icoon “Ready”
(Afb. 7.K) vast oplicht.
Summary of Contents for R72 Li 48 V1
Page 5: ...C B A D E F G B A G C D E F B C C A E E F D G F II II I II 3 4 5 ...
Page 7: ...A B C B D E B F A D E C B C F 8 9 ...
Page 8: ...1 3 A B A A A 10 14 12 13 11 15 ...
Page 9: ...A A B D C B A E TEST BEFO RE USE TEST RESET A B 16 18 19 17 20 21 ...
Page 10: ...C A B C A A B C 180 mm 130 mm 22 23 25 26 24 ...
Page 11: ...A A B C A B C A A D B C A B 27 28 29 30 31 ...
Page 12: ...A B C B A A A B A B 34 36 37 35 32 33 ...
Page 867: ...ST S p A Via del Lavoro 6 31033 Castelfranco Veneto TV ITALY dB LWA Type s n Art N ...