20
Einstellungen
Mit den Einstellfunktionen kann das Gerät auf den Anschluß und die räumlichen
Gegebenheiten des Einsatzort abgestimmt werden, um ein optimales Wiedergabeer-
gebnis zu erzielen.
Ablaufdiagramm der Einstellungen
125
• Druk nadat u de ingang (INPUT) hebt ingesteld op de MODE-toets om in de instel-
ling voor PRO LOGIC te geraken.
• De aanduiding "PRO LOGIC” begint te knipperen.
• Druk op de
▲
of de
▼
toets om tussen de instelmogelijkheden "A” (auto) of "ON”
(aan) of "OFF” (uit) te kiezen.
• U hebt twee mogelijkheden om de modus te verlaten:
Om de instelling te bevestigen, drukt u na de instelling op de MODE-toets, de
instelprocedure wordt vervolgd en schakelt over naar de LISTENING-modus.
Druk na de instelling van de Pro Logic CFG gedurende ca. 8 seconden op geen
enkele toets, het toestel verlaat de instelprocedure en keert terug naar het
gebruikersniveau.
In de beide gevallen worden de gemaakte instellingen opgeslagen.
De voorinstelling voor de Pro Logic-instelfunctie is: Auto
De indicatie "A” (auto) voor automatische herkenning verschijnt enkel indien de
decoder via een digitale ingang met een Dolby Digital-signaal (RAW) wordt
geactiveerd. Indien er geen Dolby Digital-signaal wordt gegeven, kan enkel tus-
sen de instellingen "ON” en "OFF” worden geselecteerd.
Indien een Dolby Digital-signaal wordt gegeven, gaat het toestel altijd automa-
tisch naar de Dolby Digital-weergavemodus.
Bij de Pro Logic-instelling "ON” schakelt het toestel over naar de Pro Logic-
instelling zodra geen Dolby Digital-signaal wordt gegeven.
Bij de Pro Logic-instelling "OFF” schakelt het toestel naar de stereoweergave,
zodra geen Dolby Digital-signaal wordt gegeven.
Selecteren
Selecteren
Bediening van de insteltoetsen
via de afstandsbediening
2 x drukken