118
STORINGEN
OORZAKEN
OPLOSSINGEN
De waterreiniger trilt erg
en maakt veel lawaai.
Het waterfilter (18) is vuil.
Volg de aanwijzingen in de paragraaf
‘GEWOON
ONDERHOUD’
.
Luchtaanzuiging.
Controleer of het inlaatcircuit niet beschadigd
is.
Onvoldoende watertoevoer
of het water wordt op een te
grote diepte aangezogen
Controleren of het kraantje helemaal geopend
is en of het debiet van het waterleidingnet
of de pompdiepte overeenstemmen met de
gegevens van de paragraaf
‘EIGENSCHAPPEN
EN TECHNISCHE GEGEVENS’
.
D e k r a a n v a n h e t
reinigingsmiddel is open en
de tank is leeg (alleen
EXTRA
).
Vul reinigingsmiddel bij of draai de kraan dicht
door de knop (34) rechtsom te draaien.
De waterreiniger bereikt
de maximumdruk niet.
De regelklep is ingesteld voor
een drukwaarde die lager is
dan de maximumdruk.
Draai de knop (8) rechtsom.
De mondstukhouder (30) staat
in de stand voor lage druk
(Afb. 4 – Stand a) (alleen
modellen zonder bakje)
.
Ga te werk zoals in
Afb. 4 – Stand b
is
weergegeven.
Het mondstuk is versleten.
Vervang het mondstuk volgens de aanwijzingen
in de paragraaf
‘GEWOON ONDERHOUD’
.
Onvoldoende watertoevoer
of het water wordt op een te
grote diepte aangezogen
Controleer of de kraan geheel open is en
of de capaciteit van de waterleiding of de
aanzuigdiepte overeenstemt met de gegevens
in de paragraaf
‘KENMERKEN EN TECHNISCHE
GEGEVENS’
.
De terugstroombeveiliger
functioneert niet normaal
Raadpleeg de desbetreffende handleiding.
Het reinigingsmiddel
w o r d t t e w e i n i g
aangezogen.
De mondstukhouder (30) staat
niet in de stand voor lage druk
(Afb. 4 – Stand b)
(alleen
modellen zonder bakje).
Ga te werk zoals in
Afb. 4 – Stand a
is
weergegeven.
De regelk nop van het
reinigingsmiddel (34) staat
onvoldoende open.
Draai de knop linksom.
Het reinigingsmiddel heeft
een te hoge viscositeit.
G e b r u i k e e n d o o r d e f a b r i k a n t
aanbevolen reinigingsmiddel en volg de
verdunningsinstructies op het plaatje.
Uit de vernevelaar spuit
geen of weinig water
Geen water.
Controleren of het kraantje geopend is of
controleren of de aanzuigleiding water kan
opzuigen.
Te grote pompdiepte.
Controleren of de pompdiepte overeenstemt
met de aanwijzingen van de paragraaf
‘EIGENSCHAPPEN EN TECHNISCHE GEGEVENS’.
Het water mondstuk is
verstopt.
Reinig en/of vervang het mondstuk volgens
de aanwijzingen in de paragraaf
‘GEWOON
ONDERHOUD’
.
De terugstroombeveiliger
functioneert niet normaal
Raadpleeg de desbetreffende handleiding.
Waterlekkage onder de
hogedrukreiniger.
I n w e r k i n g t r e d i n g
veiligheidsklep.
WANNEER DE VEILIGHEIDSKLEP BLIJFT
INGRIJPEN DE HOGEDRUKREINIGER NIET
GEBRUIKEN EN U TOT EEN GESPECIALISEERD
MONTEUR WENDEN.
(wordt vervolgd op de volgende pagina)
Summary of Contents for KF classic
Page 2: ......
Page 4: ...1 2 11 9 7 20 28 8 33 34 4 13 3 17 6 16 5 39 10 4 ...
Page 5: ...2 10 4 4 1 41 42 44 CLASSIC 4 1 41 48 44 49 42 45 46 47 EXTRA ...
Page 6: ...5 4 3 24 21 30 31 36 35 43 24 S 22 23 a b 30 40 39 M 29 27 25 26 50 17 ...
Page 7: ...6 51 28 28 32 18 37 33 38 19 ...
Page 8: ...8 35 12 43 15 14 36 1 2 A C E D B 2 1 7 ...
Page 9: ......
Page 220: ...NOTE ...
Page 221: ...NOTE ...
Page 222: ...NOTE ...
Page 223: ......