clage 3200-36450, Operating And Installation Instructions

Page: 86 / 314

NL
DEX Next
86
2. Gebruik
Gebruiker “User”
Elk van de vier gebruikersprofielen kan worden voorzien van een eigen profielfoto. De
profielfoto verschijnt in de hoofdweergave.
In het hoofdbeeld kan iedere gebruiker de gewenste temperaturen voor de verschil-
lende toepassingen instellen en opslaan.
• Laat ten minste drie minuten lang heet water door de pijpleidingen richting de
kraan stromen om ze heet te maken.
• Als de gewenste waarde wordt verlaagd of als er langer dan 30 seconden niet wordt
getapt, wordt de behandelingscyclus beëindigd.
• Het aantal en de opgetelde tijdsduur en doorstroomhoeveelheid van alle thermi-
sche behandelingen worden opgeslagen.
Opmerkingen:
Zorg ervoor dat niemand door de hoge temperaturen gewond kan raken en dat de
installatie bestand is tegen de thermische belasting.
Het water dat uit de kraan stroom is erg heet! Adem de stoom niet in.
Sparen
In dit menu kan de doorstroom geregeld en de spaarfunctie geactiveerd worden.
Instellingsopties voor de doorstroom:
“OFF”
Geen begrenzing waterhoeveelheid (motorventiel gedeactiveerd)
“AUTO” Automatische aanpassing, d.w.z. dat de wa ter hoeveelheid zo wordt
begrensd dat de in ge stelde watertemperatuur kan worden bereikt
“ECO” Begrenzing van de waterhoeveelheid op maximaal 8,0 l/min
bijv. “9.0” Begrenzing tot een vrij selecteerbare waarde tussen 4,5 en 25 l/min
Bij een actieve spaarfunctie wordt de doorstroom tot 8 l/min beperkt en de tempera-
tuur op 38 °C ingesteld.
Apparaatgegevens “Info”
Apparaat-interne meetwaarden en parameters worden hier vermeld. Met behulp van
de sensortoetsen kan door de verschillende displays worden geschoven.
Bij gebruik met voorverwarmd water (bijv. met zonnewarmtesystemen) moet gewaar-
borgd zijn dat de ingangstemperatuur niet hoger is dan 70 °C.
Wanneer bij gebruik met voorverwarmd water de temperatuur van het toevoerwater
hoger wordt dan de ingestelde temperatuur. In het hoofdmenu wordt het symbool
weergegeven.
Naverwarming