80
Nederlands
BelAnGRIJKe MeDeDelInG: Bij shW-activering
(de pennen 13-15 afgesloten) wordt de warmtepomp
ingeschakeld en de back-upwarmtebron uitgeschakeld.
Dat gebeurt in beide hierboven beschreven procedures.
WAARschUWInG: Bij ehs-installatie moet u een
thermische schakelaar op het watercircuit bevestigen om
het systeem te beveiligen tegen te hoge watertemperaturen.
Deze beveiliging moet voorbij de ehs worden
aangebracht.
8.8 - Externe alarminvoer
Op pen 21 van de thermische strook (zie figuur 14) bevindt
zich een alarminvoer (in de vorm van een dry contact) die
de unit kan uitschakelen.
Als de dry contact wordt gesloten (Tussen pin 21 en 3),
wordt het hele systeem uitgeschakeld (Unit UIT, WP UIT,
GMC-alarm n° 2). Als de dry contact wordt geopend,
wordt het systeem ingeschakeld en wordt de laatst
gebruikte configuratie geactiveerd.
U kunt deze functie gebruiken in combinatie met
verschillende externe bedieningssystemen en/of
beveiligingstoestellen. In een gevaarlijke situatie kan
bijvoorbeeld door een extern beveiligingstoestel een
alarmsignaal worden afgegeven om de dry contact te
sluiten. Hierdoor wordt de buitenunit uitgeschakeld en
blijft deze uitgeschakeld tot de dry contact weer wordt
geopend.
8.9 - Backupverwarming is nodig voor sanitair warm
water
Wanneer OAT < Temperatuur ingesteld in NUI code 148
(standaard waarde -20 °C), indien Par 108 is ingesteld op 1,
op pin 11 van de klemmenstrook, is er een signaal
beschikbaar om een back-up bron te activeren voor SHW
productie.
8.7 - AanvraagSignaal voor een Externe Warmtebron
(EHS)
Tussen PIN 4 en N van het klemmenbord (zie fig. 14) is
een uitgang (1 ph ~ 230V, 2A max) aanwezig die u met
behulp van de remote controle Comfort User Interface
kunt programmeren (Zie de Handleiding controles,
Installatiecode menu 106).
Op basis van de buitentemperatuur zijn twee strategieën
mogelijk:
1) Schakel de warmtepomp uit en activeer de
backupwarmtebron. Deze functie wordt geactiveerd
als OAT < de temperatuur die in NUI-code 148 is
ingesteld (standaardwaarde -20°C). In dat geval wordt
de warmtepomp uitgeschakeld en wordt de externe
back-up geactiveerd op basis van een van
onderstaande logica’s (NUI-code 154):
• Uitvoer altijd aan (NUI-code 154=0), dan wordt
aangenomen dat de backupwarmtebron een
eigen afstelling heeft.
• AAN/UIT op basis van het instelpunt van de
binnentemperatuur (NUI-code 154=1)
• AAN/UIT op basis van het instelpunt van de
binnentemperatuur (NUI-code 154=2) als NUI
niet is geïnstalleerd of niet beschikbaar is.
2) Zowel de warmtepomp als de back-upwarmtebron
worden geactiveerd als het vermogen dat door de
warmtepomp wordt geleverd niet voldoende is. Deze
functie wordt geactiveerd wanneer OAT < de
temperatuur die in NUI-code 150 is ingesteld (maar
wanneer OAT > de temperatuur die in NUI-code 148
is ingesteld). Binnen die waarden blijft de
warmtepomp werken en wordt de back-
upwarmtebron ingeschakeld als het ingestelde punt
voor water niet wordt bereikt bij 5°C (deze waarde
kan worden ingesteld met NUI-code 152) voor een
periode van 10 minuten (deze waarde kan worden
ingesteld met NUI-code 151). De back-upwarmtebron
wordt uitgeschakeld wanneer het ingestelde punt voor
water weer wordt bereikt.
8.10 - Pin Klemmenbord
EREBA
Beschrijving
PIN
Signaal
Grenzen
CS1B installatie Menu Code
Extra buitentemperatuurmeter
23 - 24
Input (NTC 3kΩ @25°C)
N.V.T.
126
Aanvraag Sanitair Water
13 - 15
Input (contact switch quality>25mA@12V)
N.V.T.
153
Reductie Maximum Frequentie Compressor
13 - 14
Input (contact switch quality >25mA@12V)
N.V.T.
5 - 6
3-wegsklep
10 - 18 - N
Output 230Vac(18-N: stroomtoevoer, 10-signaal) 1 ph ~ 230V, 2A
N.V.T.
1-Aanvraag Externe Warmtebron
2- Ontdooien
4 - N
Relaisuitvoercontact
1 ph ~ 230V, 2A
106 - 148 -150
-151 - 152 -154
-155
1- Alarm
2- Omgevingstemperatuur bereikt
5 - N
Relaisuitvoercontact
1 ph ~ 230V, 2A
147
1- Backupvermarming is nodig voor SHW
2- Luchtdroger
11 - N
Relaisuitvoercontact
1 ph ~ 230V, 2A
107 - 108
1- Trace heater
2-Extra WP
12 - N
Relaisuitvoercontact
1 ph ~ 230V, 2A
156 - 157
Alarm input
21 - 3
Input (contact switch quality >25mA@12V)
N.V.T.
N.V.T.
Aan / Uit
6 - 3
Dry contact
N.V.T.
N.V.T.
NORMAAL / ECO-modus
8 - 3
Dry contact
N.V.T.
N.V.T.
Verwarming / Koudemodus
7 - 3
Dry contact
N.V.T.
N.V.T.