8-nl
7. De opener maakt een storend lawaai dat in de woning te
horen is:
Als het geluid van de opener een probleem veroorzaakt doordat deze
zich vlakbij de woning bevindt, kunt u een Trillingisolatieset 41A3263
installeren. Deze set is speciaal ontworpen om het "klankbord effect"
te verhelpen en is eenvoudig te installeren.
8. De garagedeur opent en sluit uit zichzelf:
• Wis alle afstandsbedieningen en programmeer deze opnieuw.
• Controleer of de knop van de afstandsbediening niet klemt in de
"aan"-stand.
• Koppel alle aangesloten bedieningsknoppen of sleutelschakelaars
los en wacht een dag.
9. De deur stopt maar gaat niet helemaal dicht:
Bekijk het gedeelte Grenswaarden instellen.
Herhaal de test van de veiligheidsomkeerfunctie na elke aanpassing
van de deurarmlengte, de sluitkracht of de omlaag-grenswaarde.
10. De deur gaat open maar niet dicht:
• Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire
geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, moet de uitlijning
gecorrigeerd worden.
• Als het lichtje op de opener niet knippert en de installatie is nieuw,
controleer dan de neergaande kracht.
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
11. Het licht van de opener gaat niet aan:
Vervang de lamp (maximaal 40 Watt). Vervang doorgebrande lampen
met lampen die geschikt zijn voor ruw gebruik.
12. Openerlamp schakelt niet uit:
De aardeaansluiting in de plafond- of wandcontactdoos kan defect
zijn. De eenheid moet geaard zijn.
13. Opener loopt stroef of keert om tijdens het openen:
Het kan zijn dat de deur uit balans is of dat de veren gebroken zijn. Sluit
de deur en gebruik de noodontkoppelingshandgreep om de slede los te
koppelen. Open en sluit de deur met de hand. Een goed
uitgebalanceerde deur moet op elk willekeurig punt van de slag kunnen
blijven staan, terwijl hij uitsluitend door zijn veren in evenwicht wordt
gehouden. Is dit niet het geval, laat de deur dan bijstellen door een
garagedeurspecialist. Wijzig de krachtinstellingen niet.
14. De motor van de opener bromt even en doet dan niets meer:
• De veren van de garagedeur zijn gebroken. ZIE HIERBOVEN.
• Als het probleem zich de eerste keer dat u de opener in werking
stelt voordoet, zit de deur op slot. Stel het deurslot buiten werking.
Als de ketting verwijderd is geweest en daarna opnieuw
geïnstalleerd is, kan het zijn dat de motor niet in de goede stand
staat. Verwijder de ketting; zet de motor in de stand omlaag. Kijk
naar het aandrijfwiel. Als het naar rechts draait en in de stand
omlaag stopt, brengt u de ketting weer op zijn plaats.
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
15. Opener werkt niet wegens stroomstoring:
• Trek de noodontkoppelingshandgreep omlaag en naar achteren om
de slede los te koppelen. De deur kan nu met de hand geopend en
gesloten worden. Als de stroom weer ingeschakeld is, trekt u de
ontkoppelingshangreep recht omlaag. De volgende keer dat de
opener in werking gesteld wordt, wordt de slede weer
vastgekoppeld.
• Met het Ontkoppelingsslot kunt u de slede van buiten de garage
loskoppelen in geval van stroomstoring.
Als de opener goed geïnstalleerd is, zal hij uitstekend werken met
een minimum aan onderhoud. De opener hoeft niet extra gesmeerd
te worden.
Grenswaarde-instellingen:
Deze moeten tijdens de installatie van de
opener goed afgesteld en gecontroleerd worden. Hiervoor is alleen een
schroevedraaier nodig.
Weersomstandigheden kunnen lichte
veranderingen in de werking van de deur teweegbrengen waardoor
bijstelling nodig is, vooral in het eerste jaar dat de opener in gebruik is.
Zie de instructies voor de afstelling van de kracht en de eindstanden
op pagina 6. Volg deze instructies zorgvuldig op en
herhaal de
veiligheidstest na elke bijstelling.
Afstandsbediening:
De draagbare afstandsbediening kan met de
bijgeleverde klem aan de zonneklep bevestigd worden. Extra
afstandsbedieningen kunnen te allen tijde aangeschaft worden voor
de andere auto’s die de garage gebruiken. Zie het gedeelte
Accessoires. Nieuwe afstandsbedieningen moeten op dezelfde code
worden ingesteld als de oorspronkelijke afstandsbediening.
Batterij van de afstandsbediening:
De lithiumbatterijen horen tot
5 jaar lang energie te produceren. Wanneer het zendbereik minder
wordt, moet de batterij worden vervangen.
Zo vervangt u de batterij:
Om de batterijen te vervangen, gebruikt u
de klepbeugel of het blad van een schroevendraaier om de kast zoals
getoond. Leg in de batterijen met de pluspool naar boven. Om de
deksel terug te zetten, klikt u deze aan beide kanten vast. Gooi de
oude batterij niet met het huisvuil weg. Breng gebruikte batterijen
naar een speciaal inzamelingspunt.
HET ONDERHOUD VAN DE OPENER
Maandelijks onderhoud:
•
Herhaal de veiligheidstest.
Corrigeer zonodig de afstellingen.
•
Bedien de deur met de hand.
Als hij niet goed uitgebalanceerd is of
klemt, laat er dan een garagedeurspecialist naar kijken.
•
Controleer of de deur volledig opent en sluit.
Corrigeer zonodig de
afstellingen van de kracht en/of eindstanden.
Jaarlijks onderhoud:
• Smeer de deurrollers, lagers en scharnieren.
De geleiderails van de
deur niet invetten. De deur hoeft niet extra gesmeerd te worden.
• SMEER DE TROLLEY EN DE RAIL IN.
CONTROLE VAN DE DEUROPENER