NL-2
• Draag tijdens mechanische bewerkingen,
zoals het polijsten, slijpen, hameren op de
gelaste werkstukken altijd een veiligheidsbril
met transparante lenzen om te vermijden
dat splinters en andere deeltjes in de ogen
terecht kunnen komen (Afb.5).
• Ongezonde en voor de gezondheid
schadelijke dampen en gassen moeten
(tijdens de productie) zo doeltreffend en zo
dicht mogelijk bij de bron worden afgezogen
om te vermijden dat gevaarlijke concentraties
de limietwaarden van de van kracht zijnde
normen nooit overschrijden (Afb. 6);
• Verricht ieder lasproces op metalen
oppervlakken zonder roest of lak om te
vermijden dat voor de gezondheid schadelijke
dampen kunnen ontstaan.
• Geïrriteerde of pijnlijke ogen, neus of
keel kunnen worden veroorzaakt door
onvoldoende ventilatie. Onderbreek
in dergelijke gevallen onmiddellijk de
werkzaamheden en lucht de omgeving.
• Las geen metalen of gelakte metalen die
zink, lood, cadmium of beryllium bevatten,
tenzij de bediener en de omringende
personen een gasmasker of een helm met
en het masker moeten voorzien zijn van een
filter met een opaciteitsgraad die afhangt van
het lasproces en van de stroomwaarde van de
elektrische boog.
• Houd het gekleurde (ultraviolet-
absorberende) filter altijd schoon. Vervang
het filter als het kapot of versleten is (Afb.3).
Bescherm het gekleurde filter tegen stoten
en wegschietende voorwerpen door middel
van doorzichtig glas aan de voorkant van het
masker. Vervang het glas iedere keer dat het
zicht tijdens het lassen afneemt.
2.3 WERKGEBIED
• Verricht de laswerkzaamheden in een
omgeving die voldoende geventileerd en
geïsoleerd is. Bescherm de personen in de
buurt van de bediener en de assistenten, als
dit echter niet mogelijk is, aan de hand van
opake transparante en zelfdovende gordijnen
en schermen die voldoen aan de van kracht
zijnde normen (de kleur van een gordijn hangt
af van het lasproces en de gebruikte stroom),
een anti-UV bril en, indien noodzakelijk, een
masker met een passend filter (Afb. 4).
• Verwijder alle oplosmiddelen op chloorbasis
die u voor het reinigen of ontvetten van het
te bewerken materiaal heeft gebruikt uit de
omgeving, alvorens u met het lassen aanvangt.
De dampen die door deze oplosmiddelen
geproduceerd worden kunnen door de straling
van een elektrische boog in giftige gassen
worden omgezet. Controleer daarom of de te
lassen werkstukken droog zijn.
Let op: het gebruik van oplosmiddelen
op chloorbasis is verboden als elektrische
bogen aanwezig zijn en de bediener zich
in een gesloten omgeving bevindt.
Afb.3
Afb.4
Afb.5
Afb.6