62
nl
Veiligheidssystemen
Veiligheidssystemen
Inschakelbeveiliging
Zie tabel „Bedrijfsposities”.
Het apparaat kan in positie
1
en
3
alleen
worden ingeschakeld:
■ wanneer de kom (11) is aangebracht en
vastgeklikt door deze te draaien
en
■ het beschermdeksel van de mixeraandrij
-
ving (8) is aangebracht.
Beveiliging tegen opnieuw
inschakelen
Bij een stroomstoring blijft het apparaat
ingeschakeld, maar na de stroomstoring
gaat de motor niet opnieuw lopen. Opnieuw
inschakelen: draaischakelaar op
0/off
draaien, dan inschakelen.
Overbelastingsbeveiliging
Als de motor zichzelf tijdens het gebruik
uitschakelt, is de overbelastingsbeveiliging
geactiveerd. Een mogelijke oorzaak is het
verwerken van een te grote hoeveelheid
levensmiddelen tegelijk.
Wat u moet doen indien een veiligheids-
systeem wordt geactiveerd, zie „Hulp bij
storingen”.
De gebruiksaanwijzing beschrijft verschil
-
lende modellen (zie ook het modeloverzicht
afb.
M
)
. Het apparaat behoeft geen
verzorging.
In één oogopslag
De pagina's met afbeeldingen uitklappen.
Afb.
A
:
Basisapparaat
1 Ontgrendelknop
2 Draaiarm
„Easy Armlift”-functie ter ondersteuning
van de opwaartse beweging van de arm
(zie „Bedrijfsposities”).
3 Draaiknop
Na uitschakeling (stand
0/off
) wordt het
apparaat automatisch op de optimale
positie voor het verwisselen van de
hulpstukken gezet.
0/off
= Stop
M
= Momentschakeling met hoogste
toerental, schakelaar gedurende de
gewenste mixduur vasthouden.
Stand
1-7
, draaisnelheid:
1
= laag toerental – langzaam,
7
= hoog toerental – snel.
4 Functie-indicatie
Brandt tijdens het gebruik
(draaischakelaar op
M
of
1-7
). Knippert
bij een bedieningsfout van het apparaat,
bij activering van de elektronische
zekering en bij een apparaatdefect, zie
het hoofdstuk „Hulp bij storingen”.
5 Aandrijvingsbeschermingsdeksel
Om het aandrijvingsbeschermdeksel te
verwijderen op het achterste gedeelte
drukken en het deksel verwijderen.
6 Aandrijving voor
–
doorloopsnijder
en
–
citruspers
(extra toebehoren*).
Het aandrijvingsbeschermingsdeksel
aanbrengen als de aandrijving niet
wordt gebruikt.
7 Aandrijving voor hulpstukken
(roergarde, klopgarde, kneedhaak)
en
vleesmolen
(extra toebehoren*)
8 Aandrijvingsbeschermdeksel mixer
9 Aandrijving voor mixer (extra
toebehoren*)
Het aandrijvingsbeschermingsdeksel
mixer aanbrengen als de aandrijving
niet wordt gebruikt.
10 Automatische snoeropwikkeling
Mengkom met toebehoren
11 Roestvrijstalen kom
12 Deksel
Hulpstukken
13
Roergarde „Profi Flexi”
14 Professionele garde
15 Kneedhaak met deegvanger
16 Opbergzak
Voor het opbergen van de hulpstukken
en de fijnmaakschijven.