![Bosch GCM 12 GDL Professional Original Instructions Manual Download Page 120](http://html.mh-extra.com/html/bosch/gcm-12-gdl-professional/gcm-12-gdl-professional_original-instructions-manual_49264120.webp)
120
| Nederlands
1 609 92A 285 | (11.11.15)
Bosch Power Tools
Een moment van onoplettendheid kan door de uiterst licht
lopende glijarm tot ernstig letsel leiden.
– Maak de borging van de glijarm
28
vrij (zie „Borging van
glijarm vrijmaken”, pagina 117).
Controleer door uittrekken en terugduwen van de glijarm
28
of het volledige glijmechanisme bruikbaar is.
– Span het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Stel de gewenste verstekhoek (horizontaal en/of verticaal)
in.
– Trek de glijarm van de aanslagrail
10
weg tot het zaagblad
zich voor het werkstuk bevindt.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Druk de vergrendelingshendel
5
in en beweeg de glijarm
met de handgreep
4
langzaam omlaag.
– Duw nu de glijarm in de richting van de aanslagrail
10
en
zaag het werkstuk met gelijkmatige voorwaartse beweging
door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de glijarm langzaam omhoog.
Werkstukken van gelijke lengte zagen (zie afbeelding R)
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke lengte
kunt u de lengtegeleider
36
gebruiken.
U kunt de lengtegeleider aan beide zijden van de zaagtafelver-
lenging
11
monteren.
– Draai de blokkeerschroef
35
los en klap de lengtegeleider
36
over de klemschroef
63
.
– Draai de blokkeerschroef
35
weer vast.
– Stel de zaagtafelverlenging
11
op de gewenste lengte in
(zie „Zaagtafel verlengen”, pagina 117).
Diepteaanslag instellen (groef zagen) (zie afbeelding S)
De diepteaanslag moet worden versteld als u een groef wilt
zagen of een afstandaanslag wilt gebruiken.
– Zwenk de diepteaanslag
30
naar buiten.
– Druk op de vergrendelingshendel
5
en zwenk de glijarm in
de gewenste stand.
– Draai de instelschroef
29
tot het einde van de schroef de
diepteaanslag
30
raakt.
– Beweeg de glijarm langzaam omhoog.
Speciale werkstukken
Zet vooral gebogen of ronde werkstukken voor het zagen
goed vast, zodat deze niet kunnen wegglijden. Bij de zaaglijn
mag geen spleet tussen werkstuk, aanslagrail en zaagtafel
ontstaan.
Maak indien nodig speciale houders.
Profielplinten (vloer- of plafondplinten) bewerken
Profielplinten kunt u op twee verschillende manieren bewer-
ken:
– tegen de aanslagrail geplaatst,
– plat op de zaagtafel liggend.
Bovendien kunt u afhankelijk van de breedte van de profiel-
plint met of zonder trekbeweging zagen.
Probeer de ingestelde verstekhoek altijd eerst uit op een stuk
afvalhout.
Vloerplinten
De volgende tabel bevat aanwijzingen voor het bewerken van vloerplinten.
Instellingen
Tegen aan-
slagrail
geplaatst
Plat op de
zaagtafel lig-
gend
Vloerplint
Linkerzijde
Rechterzijde
Linkerzijde
Rechterzijde
Binnenkant
Horizontale verstek-
hoek
45° Links
45° Rechts
0°
0°
Verticale verstekhoek
0°
0°
45° Links
45° Rechts
Positionering van het
werkstuk
Onderkant op zaag-
tafel
Onderkant op zaag-
tafel
Bovenkant tegen
aanslagrail
Bovenkant tegen
aanslagrail
Gereed werkstuk be-
vindt zich ...
... links van zaagsne-
de
... rechts van zaag-
snede
... links van zaagsne-
de
... rechts van zaag-
snede
Buitenkant
Horizontale verstek-
hoek
45° Rechts
45° Links
0°
0°
Verticale verstekhoek
0°
0°
45° Rechts
45° Links
Positionering van het
werkstuk
Onderkant op zaag-
tafel
Onderkant op zaag-
tafel
Bovenkant tegen
aanslagrail
Bovenkant tegen
aanslagrail
Gereed werkstuk be-
vindt zich ...
... links van zaagsne-
de
... rechts van zaag-
snede
... links van zaagsne-
de
... rechts van zaag-
snede
OBJ_BUCH-1360-003.book Page 120 Wednesday, November 11, 2015 2:13 PM