
1 689 989 131
2019-03-02
|
Robert Bosch GmbH
| BAT 131 | 113
nl
4. Accutest
4.1
Testvoorbereidingen
!
Wanneer u de accutest in het voertuig uitvoert, con-
troleer dan of
$
alle extra verbruikers zijn uitgeschakeld,
$
de contactsleutel niet in het contact steekt,
$
alle deuren gesloten zijn,
$
niet aan of met staalschroeven wordt gemeten.
i
Reinig de accupolen of de zijpolen vóór het aanslui-
ten van de tester met een staalborstel en een meng-
sel van bakpoeder en water.
4.2
Aansluiten BAT 131
!
Beweeg voor een goede verbinding de klemmen
heen en weer. Voor de test is het noodzakelijk dat
beide zijden van elke klem een goede verbinding
hebben. Bij een slechte verbinding wordt de melding
CONTROLEER AANSLUITING
of
BEWEEG KLEMMEN
weergegeven. Reinig de aansluitingen en sluit de
klemmen opnieuw aan, wanneer deze melding wordt
weergegeven.
i
De aansluiting op de accupolen wordt aanbevolen.
Als de accu niet toegankelijk is, kunt u de startkabel-
polen gebruiken; de meetwaarde kan daardoor wel
lager zijn dan de werkelijke waarde.
4.2.1
Direct aan de accupolen (BOVENPOOL)
1.
Sluit de rode klem direct aan op de pluspool (+).
2.
Sluit de zwarte klem direct aan op de minpool (–).
4.2.2
Aan zijpolen via accupool adapter (ZIJPOOL)
!
U krijgt onnauwkeurige testresultaten wanneer
$
geen accupool adapter of
$
versleten of verontreinigde accupool adapters
worden gebruikt.
!
Haal de accupool adapter met een schroefsleutel
met maximaal ¼ slag aan.
1.
Sluit de rode klem via de accupool adapter (verkrijg-
baar in de vakhandel) aan op de zijpool (+).
2.
Sluit de zwarte klem via de accupool adapter (ver-
krijgbaar in de vakhandel) aan op de zijpool (–).
4.2.3
Aan externe startpolen (STARTKABELPOOL)
1.
Sluit de rode klem direct aan op de startkabelpool
(+).
2.
Sluit de zwarte klem op de startkabel-pool (–) aan.
4.3
Accutest
1.
ACCU LOCATIE
Scrol naar en selecteer
IN VOERTUIG
of
BUITEN
VOERTUIG
voor een accu die niet is aangesloten op
een voertuig.
i
Na een "
IN VOERTUIG
"-test wordt gevraagd om te
beginnen met het testen van de start- en laadsyste-
men.
!
De prestatie de start-en laadsystemen is afhankelijk
van de accutoestand. Het is belangrijk dat de accu in
goede staat verkeerd en volledig is opgeladen voor-
dat verdere systeemtests worden uitgevoerd.
2.
POOLTYPE
(alleen in-voertuig-test)
Scrol naar
BOVENPOOL
,
ZIJPOOL
of
STARTKABEL-
POOL
waar toepasselijk.
i
Alleen bij de selectie "
ACCUPOOL BOVEN
" wordt
een evaluatie van de accu (zie hoofdstuk 4.4) uitge-
voerd.
3.
TOEPASSING
Scrol naar en activeer
MOTORVOERTUIG
,
MOTORFIETS
of
MARINE
.
i
Voor
MOTORCYCLE
selecteer "
NIEUWE ACCU
" of
"
ACCU IN SERVICE
" en scrol naar het juiste
ACCU-
NUMMER
en druk op
E
om de test te beginnen.
4.
ACCUSTANDAARD
Kies
NORMAL
,
EFB
,
AGM
(VLIES),
AGM
SPIRAL
of
GEL
.
i
Bij BAT Technologie
EFB
moet aansluitend de
ac-
cuwaarde
worden gekozen.
5.
ACCU CAPACITEIT
Selecteer de toe te passen accunorm.
Standaard Omschrijving
Bereik
EN
Europese norm
100-2000
EN2
Europese norm 2
100-2000
DIN
Norm van het Duitse
normalisatie-instituut
100-1200
SAE
Society of Automotive Engineers,
de Europese etikettering van CCA
100-2000
IEC
Internationale Elektrotechnische
Commissie
100-1200
JIS
Japanse Industriële Standaard, op een
accu weergegeven met een combinatie
van cijfers en letters.
26A17 tot
245H52
i
Voor JIS scrol naar het juiste
ACCUNUMMER
en
druk op
E
om de test te beginnen.