8
3.2 Het juiste kookgerei kiezen
Gebruik geen kookgerei met puntige randen of een bolle bodem.
Zorg ervoor dat de bodem van uw pan glad is en vlak aansluit op het glas en dezelfde grootte heeft als de
kookzone. Plaats uw pan altijd in het midden van de kookzone.
Til de pannen altijd van de keramische kookplaat verschuif ze niet, dat kan krassen in het glas
veroorzaken.
3.3 Het gebruik
3.3.1 Beginnen met koken
Nadat het apparaat is ingeschakeld, hoort u een geluidssignaal, alle controlelampjes lichten gedurende 1
seconde op en doven dan, waarmee wordt aangegeven dat de stand-bystand van de keramische
kookplaat ingeschakeld is.
Raak de AAN/UIT-toets
aan. Alle controlelampjes geven “-”
weer.
Plaats een geschikte pan op de kookzone die u wilt gebruiken.
• Zorg ervoor dat de bodem van de pan en het oppervlak van
de kookzone schoon en droog zijn.
Selecteer een warmtestand door de “+” of “-” toets aan te
raken.
• Wanneer u niet binnen 1 minuut een warmtestand kiest,
schakelt de keramische kookplaat automatisch weer uit. U moet
dan weer opnieuw beginnen bij stap 1.
• U kunt op elk gewenst moment de warmtestand aanpassen
tijdens het koken.