31
HORIZONTALE AFSTELLING VAN
HET STUUR.-
Zet het stuur (18) op de gewenste
afstand voor het uitvoeren van de
oefeningen
zonder
het
STOP
referentiepunt te overschrijden en
draai de instelknop (7) stevig vast
Fig.4. Verblijf binnen de verwijzing.
VERTICALE AFSTELLING VAN HET
STUUR.-
Zet het stuur (18) op de gewenste
afstand voor het uitvoeren van de
oefeningen
zonder
het
STOP
referentiepunt te overschrijden en
draai de instelknop (7) stevig vast
Fig.4. Verblijf binnen de verwijzing.
5.- PLAATSING VAN DE MONITOR.-
Neem de monitor (72), Fig.4, plaats de
monitor in de beugel (18). Steek de
pin van de middelste kabel (A1, A2) in
de achterkant van de monitor Draai
aan met schroeven (75). Plaats
vervolgens de fleshouder (76) met
schroeven (75). (zie het instructieboek
van de monitor.
6.- MONTAGE VAN DE PEDALEN.-
Volg de montage-instructies voor de
pedalen nauwgezet. Wanneer dezen
niet correct worden gemonteerd kan
de schroefdraad van het pedaal of
crank beschadigd worden.
De aanduidingen rechts (1R) en links
worden gezien, gezeten op het zadel,
in de richting waarin men de oefening
doet Het rechterpedaal, aangegeven
door de letter (R) wordt aan de rechter
crank, aangegeven door de letter (R),
met de wijzers van de klok mee,
geschroefd. Draai stevig vast, Fig.5.
Het linkerpedaal (1L), aangegeven
door de letter (L) wordt aan de linker
crank, aangegeven door de letter (L),
tegen de wijzers van de klok in,
geschroefd. Draai stevig vast, Fig.5.
8.- AFSTELLING VAN DE
WEERSTAND.-
Om
de
inspanning
tijdens
de
oefeningen te regelen, is dit apparaat
voorzien van een weerstandsregelaar
(63), die zich bevindt aan de buis van
het centrale frame Fig.6. Door deze in
de richting van de wijzers van de klok
te draaien verkrijgt u verschillende
weerstandsinstellingen.
Om de spanning op de pedaalslag te
verhogen
draait
u
de
weerstandsregelaar (63) kloksgewijs
(+), tot dat u de voor u gewenste
inspanning tijdens de oefening heeft
bereikt.
Om de spanning op de pedaalslag te
verlagen
draait
u
de
weerstandsregelaar (63) tegen de
wijzers van klok (-), Tijdens het
uitvoeren van de oefening wordt het
vliegwiel, door het effect van het
afremmen, warm.
Daarom wordt aanbevolen, na het
beëindigen
van
de
oefening,
weerstandsregelaar
op
de
minimumstand te zetten om te
voorkomen dat de remschoen verhardt.
Belangrijk:
Deze weerstandsregelaar
(63) beschikt over een noodrem die,
wanneer men hierop hard drukt (zoals
door de pijl van Fig.6 wordt
aangegeven), een directere remming
op het wiel tot gevolg heeft.
NIVELLERING.-
Controleer, wanneer u de eenheid op
zijn definitieve plaats heeft geplaatst,
of deze stevig op de grond staat en of
deze waterpas staat.
Summary of Contents for H9179
Page 2: ...2 Fig 1 Fig 2 Fig 3...
Page 3: ...3 Fig 4 Fig 5 Fig 6 Fig 7...
Page 4: ...4 Fig 8...
Page 33: ...33 H9179...