NEDERL
ANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
Logica IC= 3 - Ingang geconfigureerd als Close.
Het commando voert een sluiting uit.
Logica IC= 4 - Ingang geconfigureerd als Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Werking volgens de Logica
STEP-BY-STEP MOVEMNT
Logica IC= 5 - Ingang geconfigureerd als Timer.
Werking analoog aan open, maar de sluiting is ook gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk.
Logica IC= 6 - Ingang geconfigureerd als Timer Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Als de ingang gesloten blijft, blijft de vleugel open tot de opening van het contact. Als de ingang gesloten blijft en
een commando van Start E, Start I of Open wordt geactiveerd, wordt een complete manoeuvre uitgevoerd om zich vervolgens te herstellen in voetgangersopening. De sluiting is ook
gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk.
Configuratie van de veiligheidsingangen
Logica SAFE= 0 - Ingang geconfigureerd als Phot, fotocel niet geverifieerd (*). (Fig. S, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 1 - Ingang geconfigureerd als Phot test, trusted fotocel. (Fig.S, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel.
Logica SAFE= 2 - Ingang geconfigureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening niet geverifieerd (*). (Fig. S, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van opening
wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 3 - Ingang geconfigureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening (Fig. S, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van
opening wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel.
Logica SAFE= 4 - Ingang geconfigureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting niet geverifieerd (*). (Fig. S, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase,
wordt er onmiddellijk omgekeerd. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 5 - Ingang geconfigureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting (Fig. S, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt
er onmiddellijk omgekeerd.
Logica SAFE= 6 - Ingang geconfigureerd als Bar, gevoelige rand niet geverifieerd (*). (Fig. S, Ref. 3)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen
Logica SAFE= 7 - Ingang geconfigureerd als Bar, trusted gevoelige rand (Fig. S, Ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. Het commando keert de beweging 2 sec. om.
Logica SAFE= 8 - Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 (Fig. S, Ref. 5). Ingang voor resistieve rand 8K2.
Het commando keert de beweging 2 sec. om.
(*) Als er inrichtingen type “D” geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halfjaarlijks onderhoud voorschrijven.
11.1) LOKALE COMMANDO’S Fig.F
Klem de voedingskabel in de kabelklem (FIG.P-ref.P1) en de kabelgeleider (FIG.P-ref.P2). Sluit
de beschermende draad (aarde) met de groen/geel gekleurde isolatie aan op de desbetref-
fende klem (FIG.P-ref.S). Haal de laagspanningsdraden door de desbetreffende kabelgeleider
(fig.P ref.P3).
12) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
Opmerking: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij uitwis-
selbaar contact.
12.1) “TRUSTED DEVICES” FIG. S
12.2) AANSLUITING VAN 1 PAAR FOTOCELLEN ANDERS DAN TRUSTED DEVICE FIG.G
13) EENVOUDIGE TOEGANG TOT HET MENU: FIG.1
13.1) TOEGANG TOT DE MENU’S: FIG. 2
13.2) MENU PARAMETERS (
PARA
) (TABEL “A” PARAMETERS)
13.3) MENU LOGICA’S (
LOGIC
)
(TABEL “B” LOGICA’S)
13.4) MENU RADIO
(
radio
) (TABEL “C” RADIO)
- BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE OPGESLAGEN ZENDER MARKEREN MET DE
MASTERSLEUTEL (MASTER).
Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTELCODE VAN DE
ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de daaropvolgende klonering van
de radiozenders te kunnen uitvoeren. De geïntegreerde ontvanger Clonix beschikt bovendien
over enkele belangrijke geavanceerde functionaliteiten:
• Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code).
• Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zenders.
• Beheer database zenders.
• Beheer groep ontvangers.
Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de universeel
programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering ontvangers.
13.5) MENU DEFAULT (
default
)
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het herstel is het
noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
13.6) MENU TAAL (
language
)
Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld.
13.7) MENU AUTOSET (
AUTOset
)
•
Om een beter resultaat te behalen, wordt aanbevolen de autoset met stilstaan-
de motoren uit te voeren (dat wil zeggen niet oververhit door een groot aantal
opeenvolgende manoeuvres).
•
Een autoset-handeling opstarten door zich naar het daarvoor bestemde menu te begeven.
• Zodra de OK-knop wordt ingedrukt, wordt het bericht “.... .... ....” weergegeven, de centrale
bestuurt een openingsmanoeuvre gevolgd door een sluitingsmanoeuvre, tijdens welke
automatisch de minimale koppelwaarde wordt ingesteld die voor de beweging van de vleugel
noodzakelijk is. Het aantal manoeuvres noodzakelijk voor de autoset kan variëren van 1 tot
3. Tijdens deze fase is het belangrijk de verduistering van de fotocellen, alsmede het gebruik
van de commando’s START, STOP en van het display te vermijden.
La pressione contemporanea dei tasti + e - durante questa fase viene comandato uno
stop.
Aan het einde van deze handeling heeft de bedieningscentrale automatisch de optimale
koppelwaarden ingesteld. Deze controleren en eventueel wijzigen zoals beschreven in de
programmering.
OPGELET!! Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de
punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in
de norm EN 12453.
De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik
van vervormbare randen.
Opgelet!! Tijdens de autoset-fase is de functie voor obstakeldetectie niet actief;
de installateur moet de beweging van het automatiseringssysteem controleren en
voorkomen dat personen of voorwerpen in de buurt komen van de actieradius van
het automatiseringssysteem of zich daarbinnen bevinden.
PROCEDURE VOOR CONTROLE INSTALLATIE
1. AUTOSET uitvoeren (*)
2. De botsingskrachten controleren: als deze binnen de limieten blijven (**) verder gaan
naar punt 10 anders
3. Eventueel de parameters van de snelheid en gevoeligheid (kracht) aanpassen: zie tabel
parameters.
4. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven (**)
verder gaan naar punt 10 anders
5. Een passieve rand toepassen
6. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven (**)
verder gaan naar punt 10 anders
7. Beveiligingen aanbrengen die gevoelig zijn voor druk of elektriciteit (bijvoorbeeld
actieve rand)
8. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven (**)
verder gaan naar punt 10 anders
9. De beweging van de aandrijving alleen toestaan in de modus “Persoon aanwezig”
10.Controleren of alle inrichtingen die de aanwezigheid in de manoeuvrezone detecteren
goed functioneren
(*) Voor de autoset uit te voeren, controleren of alle werkzaamheden betreffende de
montage en de veiligstelling goed zijn uitgevoerd zoals voorgeschreven door de
waarschuwingen voor de installatie in de handleiding van de motorisering.
(**) Afhankelijk van de risicoanalyse zou het evenwel nodig kunnen zijn gevoelige
13.8) MENU STATISTIEKEN (
STAT
)
Hiermee kunt u de versie van de kaart, het totale aantal manoeuvres (in honderdtallen),
het aantal in het geheugen opgeslagen afstandsbedieningen en de laatste 30 fouten tonen
(de eerste 2 cijfers geven de positie aan, de laatste 2 de foutcode). De fout 01 is de meest
recente.
13.9) MENU PASSWORD (
PASSWORD
)
Hiermee kunt u een password invoeren voor de programmering van de kaart via het
U-link” netwerk.
Als het “BESCHERMINGSNIVEAU” van de logica is ingesteld op 1,2,3,4 wordt het
password gevraagd voor toegang tot het programmeringsmenu. Na 10 mislukte
toegangspogingen achtereen moet u 3 minuten wachten voor u een nieuwe poging
kunt doen. Tijdens deze periode toont het display bij iedere toegangspoging het
bericht “BLOC”. Het default password is 1234.
14) VERBINDING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE PROGRAMMEERBARE
PALMTOP VERSIE > V1.40 (Fig.O)
Zie specifieke handleiding.
OPGELET! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen.
15) OPTIONELE U-LINK MODULES
Zie de instructies van de U-link modules
15.1) TEGENOVERGESTELDE SCHUIFVLEUGELS (Fig.P)
Raadpleeg de instructies van de U-link modules.
OPMERKING: Op de als Slave ingestelde kaart moet de ingang Rand (Rand/ Rand Test/
Rand 8k2) alleen op de SAFE2 geconfigureerd worden.
16) DE OPENINGSRICHTING OMKEREN (Fig.Q)
17) DE FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN (Fig.R)
LET OP U herstelt de waarden die door de fabriek zijn ingesteld. De afstandsbedie-
ningen in het geheugen worden gewist.
LET OP! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of
voorwerpen.
- Haal de spanning van de kaart (Fig.R ref.1)
- Open de ingang Stop en druk tegelijkertijd op de t en OK (Fig.R ref.2)
- Voorzie de kaart van spanning (Fig.R ref.3)
- Het display toont RST, bevestig binnen 3s met een druk op de toets OK (Fig.R ref.4)
- Wacht tot de procedure wordt afgesloten (Fig.R ref.5)
- Procedure beëindigd (Fig.R ref.6)
ARES ULTRA BT A 1000 - ARES ULTRA BT A 1500
-
63
D812201 00100_
02
Summary of Contents for ARES VELOCE SMART BT A1000
Page 76: ...76 ARES ULTRA BT A 1000 ARES ULTRA BT A 1500 D812201 00100_02 ...
Page 77: ...ARES ULTRA BT A 1000 ARES ULTRA BT A 1500 77 D812201 00100_02 ...
Page 78: ...78 ARES ULTRA BT A 1000 ARES ULTRA BT A 1500 D812201 00100_02 ...
Page 79: ...ARES ULTRA BT A 1000 ARES ULTRA BT A 1500 79 D812201 00100_02 ...