136
4.2 Functies van de toetsen
Elk druk op een toets wordt beantwoordt met een signaaltoon om het on-
bedoeld drukken op een toets kenbaar te maken. Deze signaaltoon kan niet
worden uitgeschakeld.
AAN/UIT
(1) Druk kort hierop om het apparaat aan te zetten. Als bij het aanzetten de
toets 10 seconden lang wordt ingedrukt, dan schakelt het apparaat zich-
zelf automatisch weer uit.
(2) Onderbreking en voortzetting van de stimulatiebehandeling door eenvou-
dig drukken = pauzemodus.
(3) Het apparaat uitschakelen door lang indrukken (ca. 3 seconden).
▲
en
▼
(1) Selecteer (A) het behandelingsprogramma, (B) de behandelduur en (C) de
frequentie, de impulsbreedte, het aantal cycli, de ON/OFF-time.
(2) Met de DOWN-toets
▼
wordt tijdens een stimulatie de impulsintensiteit
van alle kanalen verlaagd.
MENU
(1) Navigatie tussen de submenu’s TENS, EMS en MASSAGE.
(2) Terugkeren naar (A) het programmakeuzevenster of (B) het hoofdmenu.
ENTER
(1) Menukeuze.
(2) Bevestigen van een met UP/ DOWN gemaakte keuze, geselecteerde
kanaalintensiteit.
CH1±, CH2±, CH3±, CH4±
Instelling van de impulsintensiteit.
Cycle
Instellen, veranderen en bevestigen van het aantal cycli.
μs (microseconden)
Instellen, veranderen en bevestigen van de impulsbreedte van de afzonder-
lijke cycli.
Hz (Hertz)
Instellen, veranderen en bevestigen van de impulsfrequentie van de afzon-
derlijke cycli.
(Cyclus-timer)
Instellen, veranderen en bevestigen van de ON-/OFF-tijden van de afzonder-
lijke cycli.
5. Ingebruikname
1. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment aan de on-
derzijde van het apparaat. Open hiervoor het springslot.
2. Plaats 3 alkalinebatterijen AA 1,5 V. Let goed op of de bat-
terijen in overeen stemming met de tekens met de polen in de
juiste richting zijn geplaatst.
3. Sluit vervolgens zorgvuldig het batterijcompartiment weer af.
4. Verbind de aansluitkabel met de elektroden (Afb. 1).
Aanwijzing: Voor een bijzonder eenvoudige verbinding zijn
de elektroden voorzien van een clipsluiting.
5. Steek de stekker van de aansluitkabel in het contact aan de
achterzijde van het apparaat (Afb. 2).
6. Niet aan de kabels trekken, draaien of deze scherp buigen (Afb. 3).
6. Programmaoverzicht
6.1 Basisprogramma’s
De digitale TENS/EMS beschikt in totaal over 50 programma’s:
• 20 TENS-programma’s
• 20 EMS-programma’s
• 10 MASSAGE-programma’s
U hebt bij alle programma’s de mogelijkheid de gebruiksduur en bij elk van
de vier kanalen de impulsintensiteit afzonderlijk in te stellen.
Bovendien kunt u bij de TENS- en EMS-programma’s 11- 20 zowel de im-
pulsfrequentie, de impulsbreedte, de ON- en OFF-time van de afzonderlijke
cycli maar ook het aantal cycli veranderen, om de stimulatiewerking van de
opbouw bij de toepassingsplaats fysiek aan te kunnen passen.
Cycli zijn de verschillende sequenties waaruit het programma bestaat. Deze
volgen elkaar automatisch op en vergroten de werkzaamheid van de stimula-
tie op verschillende spiervezeltypen en gaan snelle spiervermoeidheid tegen.
De standaardinstellingen van de stimulatieparameters en aanwijzingen voor
de plaatsing van elektroden vindt u in de volgende programmatabellen voor
TENS, EMS en MASSAGE.
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Summary of Contents for EM 80
Page 179: ...179 ...