19
NL
WERKING - Algemeen
Het apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijke
doeleinden, niet voor professioneel gebruik.
1. Behuizing
2. Bakplaat
3. Handvat
4. Aan/uit-schakelaar
met indicatielampje (rood)
5. Snoer en stekker
6. Gereedlampje (groen)
WERKING - Voor het eerste gebruik
Reinig voor het eerste gebruik de bakplaat (zie ‘Reiniging en onderhoud’). De eerste keer dat u het appa-
raat in gebruik neemt, kan er lichte rookontwikkeling en een specifieke geur ontstaan. Dit is normaal
en zal vanzelf verdwijnen. Zorg voor voldoende ventilatie. Het verwarmingselement zal tijdens het gebruik
in- en uitschakelen om de temperatuur van de bakplaat constant te houden. Het groene gereedlampje zal
dus ook aan en uitgaan. Dit duidt niet op een defect.
LET OP: Houd huisvogels uit de buurt van het apparaat wanneer het in gebruik is. Dampen die vrijkomen
uit de antiaanbaklaag zijn schadelijk voor vogels.
WERKING - Poffertjes bakken
1. Smeer de bakplaat in met een beetje olie of boter.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
3. Schakel het apparaat in door middel van de aan/uit-schakelaar. De rode en groene lampjes branden.
4. Wacht enkele minuten tot de bakplaat voldoende warm is geworden en het groene lampje uit gaat.
Hetverwarmingselement zorgt ervoor dat de bakplaat op de juiste temperatuur blijft.
5. Doe het poffertjesbeslag snel in de kuiltjes van de bakplaat. Dit gaat het gemakkelijkst met een
knijpfles, juslepel of schenkkan.
6. Draai de poffertjes met een vork of satéstokje voorzichtig om als de bovenkant droog is geworden. Als
beide kanten van de poffertjes goudbruin zijn gebakken, zijn ze klaar. Afhankelijk van o.a. het type
beslag en uw persoonlijk voorkeur zal de baktijd ongeveer 3 à 5 minuten duren.
7. Haal de poffertjes met een vork of satéstokje van de bakplaat en serveer ze op een plat bord.
8. Zet na het bakken de bakplaat met de aan/uit-schakelaar uit.
9. Trek de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat afkoelen.
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Neem de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat volledig afkoelen.
2. Reinig de bakplaat na ieder gebruik. Gebruik hiervoor een vochtige doek en droog het vervolgens
grodig.
3. Reinig de behuizing met een vochtige doek met eventueel wat afwasmiddel. Verwijder het afwasmidde
met een vochtige doek en droog het vervolgens grondig.
4. Wikkel het snoer om de pootjes aan de onderkant van de behuizing en berg het apparaat op.
LET OP:
•
Gebruik nooit metalen voorwerpen of een schuursponsje om de bakplaat te reinigen. Wees
voorzichtig met het omdraaien en het van de bakplaat halen van de poffertjes met metalen
voorwerpen. Deze kunnen de anti-aanbaklaag van de bakplaten beschadigen.
•
Dompel het apparaat, de stekker en het snoer nooit onder in water. Zet het apparaat nooit in
een afwasmachine.
•
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals
messen of harde borstels) bij het reinigen.
5
4
3
1
2
6