140
141
9.4 Kanaal bewerken
Om de programma‘s te bewerken, drukt u op MENU, kiest u het menu Programma en vervol-
gens „Programma‘s bewerken“.
Gebruik de / knoppen om een programma te
selecteren dat u wilt wissen, druk dan op de
rode knop om het programma uit de lijst te
wissen.
Indien u een programma uit de lijst naar een
andere programma-opslagplaats wilt ver-
plaatsen, selecteert u dit programma met de /
toetsen en drukt u vervolgens op de gele toets
om het programma te markeren voor verplaat-
sen. Verplaats vervolgens het programma met
de / toetsen naar de gewenste nieuwe positie
en bevestig dit met de „OK“ toets.
Druk op de blauwe toets om een programma
te markeren dat u in de toekomst niet meer
wilt selecteren wanneer u op de CH+/- toets
drukt, maar dat u wilt overslaan.
Druk op de FAV toets om het kanaal aan uw favorietenlijst toe te voegen.
9.5 Satellieten bewerken
Gebruik de / toetsen om het „Satelliet Instel-
lingen“ item te selecteren in het Kanaal menu
als u de satelliet configuratie wilt bekijken of
wijzigen.
De lijst van opgeslagen satellieten verschijnt
(aan de linkerkant van het scherm) en u kunt
de parameters van de geselecteerde satelliet
zien nadat u deze aan de rechterkant van het
scherm heeft geselecteerd.
Selecteer de gewenste satelliet met de / toe-
tsen. Als u gegevens van de satelliet wilt wijzigen (niet aan te raden!), kunt u dit in dit menu
invoeren.
LNB-type: Geeft het type LNB aan. Hier kunt u de tussenliggende frequenties van de LNB kie-
zen. Standaard is 09750/10600.
22KHz:
Selecteer of de 22KHz naar de LNB wordt gestuurd (Uit, Aan, Auto).
Unicabel:
Als de TV wordt gebruikt op een multi-subscriber systeem met Unicable protocol,
voer dan hier de juiste instellingen uit.
DISEqC1.0/1.1/1.2: Indien u bijvoorbeeld gebruik maakt van een monoblock LNB met geïnteg-
reerde
Als u bijvoorbeeld een monobloc LNB met een geïntegreerde multischakelaar gebruikt of
als u het tv-toestel gebruikt op een multischakelaar waarop meerdere LNB‘s voor verschillende
satellieten zijn aangesloten, moet u hier het nummer (LNB1, 2, 3 of 4) van deze satelliet in de
multischakelaar opgeven. DISEqC 1.2 schakelt de motorbesturing in.
Motor: Als u een DiSEqC-motorsturing gebruikt, kan deze hier worden ingeschakeld. Dit heeft
niets te maken met het gebruik van automatische antennes. Met de „OK“-toets kunt u het type
motorbesturing „Standaard“ of „Non-stop“ selecteren, evenals de grenswaarden in het oosten
en het westen. Raadpleeg voor details uw specifieke motorbesturing.
Als u een transponder van de satelliet wilt wijzigen of toevoegen, selecteert u het item „Trans-
Ponder“ in de satellietparameters en drukt u op „OK“. Er verschijnt een scherm met de trans-
ponderlijst van de satelliet (linker afbeelding). Daar kiest u ook de transponder met de / toetsen.
9.6 CI-informatie
Kies in het PROGRAMMEER-menu met de to-
etsen / het menupunt „CI Information“. Dit is
alleen mogelijk als er een CI+ decodeermodule
in de CI+-sleuf van het TV-toestel zit.
Een venster opent en toont de module. Door
op OK te drukken, krijgt u toegang tot het
specifieke menu van deze module en kunt
u bijvoorbeeld de software van de module
updaten.
9.7 Signaalinformatie
In het menu PROGRAMMA kiest u met de to-
etsen / het menupunt „Signaalinformatie“ om
de signaalsterkte en de kwaliteit van het ont-
vangen programma af te lezen. Dit is bijvoor-
beeld nuttig voor het uitrichten van handmatig
instelbare satellietantennes.
NL
NL