10/ 2004
BENNING MM 5
33
BENNING MM 5
- Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
stroomspanning van 0,500 V tot 0,900 V aangegeven. De aanduiding
„000 V“ wijst op een kortsluiting in de diode, de aanduiding „1“ geeft een
onderbreking in de diode aan.
- Bij een in sperrichting gemonteerde diode wordt „OL“ aangegeven. Bij een
defecte diode wordt „000 V“ of een andere waarde aangegeven.
Zie fig. 7:
diodecontrole
8.5 Doorgangstest met akoestisch signaal
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (Ω, , )
- Met de blauwe toets van de BENNING MM 5 omschakelen naar
„doorgangstest“ (toets 1x drukken)
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-kontaktbus
van
de BENNING MM 5
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz
van
de BENNING MM 5
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit. Indien de gemeten weerstand in het circuit tussen de
twee contactbussen kleiner is dan 30 Ω, wordt een akoestisch signaal
afgegeven.
Zie fig. 8:
doorgangstest met zoemer
8.6 Frequentiemeting
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (Hz)
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van
de BENNING MM 5
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz
van de BENNING MM 5. Let op de minimale gevoeligheid voor frequentie-
metingen met de BENNING MM 5.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 5
Zie fig. 9:
frequentiemeting
9. Onderhoud
De BENNING MM 5 mag nooit onder spanning staan als het
apparaat geopend wordt. Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING MM 5 mag uitsluitend
gebeuren door elektrotechnische specialisten, die daarbij de nodige voorzorgs-
maatregelen dienen te treffen om ongevallen te voorkomen.
Maak de BENNING MM 5 dan ook spanningsvrij, alvorens het apparaat te
openen.
- Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
- Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING MM 5.
- Zet de draaischakelaar
in de positie „Off“.
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING MM 5 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
- Zichtbare schade aan de behuizing
- Meetfouten
- Waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde omstandig-
heden
- Transportschade
In dergelijke gevallen dient de BENNING MM 5 direct te worden uitgeschakeld
en niet opnieuw elders te worden gebruikt.
9.2 Reiniging
Reinig de behuizing aan de buitenzijde met een schone, droge doek. (speciale
reinigingsdoeken uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/of schuurmiddelen
om de BENNING MM 5 schoon te maken. Let er in het bijzonder op dat het
batterijvak en de batterijcontacten niet vervuilen door uitlopende batterijen.
Indien toch verontreiniging ontstaat door elektrolyt of zich zout afzet bij de
batterijen en/ of in het huis, dit eveneens verwijderen met een droge, schone
doek.
9.3 Het wisselen van de batterijen