10/ 2004
BENNING MM 5
32
- Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING MM 5 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spannings- en stroommeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
- COM-bus
- Bus voor V, Ω en Hz
- Contactbus voor mA - bereik
en de
- Contactbus voor 10 A - bereik
van de multimeter BENNING MM 5 ligt
t.o.v. aarde, mag maximaal 1000 V bedragen.
Gevaarlijke spanning:
Spanning in het circuit bij stroommeting maximaal 500 V. Bij
smelten van de zekering boven 500 V kan het apparaat worden
beschadigd. Een beschadigd apparaat kan onder spanning
komen te staan.
8.2.1 Spanningsmeting
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (V).
- Kies met de blauwe toets
van de BENNING MM 5 de te meten
spanningssoort (gelijk-(DC) of wisselspanning (AC))
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-kontaktbus
van
de BENNING MM 5
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz
van
de BENNING MM 5
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 5
Zie fig. 2:
meten van gelijkspanning
Zie fig. 3:
meten van wisselspanning
8.2.2 Stroommeting
- Kies met de draaiknop
het gewenste bereik (mA of A)
- Kies met de blauwe toets
van de BENNING MM 5 de te meten
stroomsoort (gelijk- (DC) of wisselstroom (AC))
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
van
de BENNING MM 5
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus voor mA
bereik voor stromen tot 300 mA, dan wel met de contactbus voor 10 A
bereik voor stromen van 300 mA tot 10 A
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten van
het circuit en lees gemeten waarde af in het display van de BENNING MM 5
Zie fig. 4:
meten van gelijkstroom
Zie fig. 5:
meten van wisselstroom
8.3 Weerstandsmeting
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (Ω)
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-kontaktbus
van
de BENNING MM 5
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz
van
de BENNING MM 5
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 5
Zie fig. 6:
weerstandsmeting
8.4 Diodecontrole
- Kies met de draaiknop
de gewenste instelling (Ω, , )
- Met de blauwe toets van de BENNING MM 5 omschakelen naar
„diodecontrole“ (toets 2x drukken)
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-kontaktbus
van
de BENNING MM 5
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, Hz
van
de BENNING MM 5
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de aansluitpunten
van de diode en lees de gemeten waarde af in het display van de