11/16
NL
Ÿ
Zorg ervoor dat de Torx-schroef van de uitwendige paneel wordt volledig geschroefd om te
voorkomen inschakelen van de anti-diefstal alarm.
Controleer de aanwezigheid van de voedingsspanningen met de waarden hieronder
beschreven, op de klemmen van de voedingseenheid (gebruik een voltmeter voor gelijkstroom).
Ÿ
Spanningen gemeten op de klemmen van het
Voedingseeheid
: 2
8V 10%
±
Ÿ
Spanningen gemeten op de klemmen van het
Uitwendige paneel
en op de klemmen van de
T
erminal
: 26 ... 30 V
DC
6.3 Reparatie
Elke interventie in de installatie zal gedaan worden met een afgekoppelde installatie van
het voedingsnet van 230V AC (de zekeringen van de fase en nul trekken).
Probleem
S
ignalen
Oplossingen
No.
Mogelijke oorzaken
De installatie
werkt niet
1
Voedingseenheid:
Led - niet verlicht
Paneel:
De toets en de naam van de
bewoner worden niet verlicht
Terminal:
De toets wordt niet verlicht
als hij aangeraakt wordt
De automatische
zekeringen (op fase en op
nul) van het algemene
voedingspaneel worden
niet aangesloten.
De voedingskabel van het
netwerk van 230V AC -
onderbroken.
Sluit de automatische
zekeringen (op fase en op
nul) aan!
Controleer of de
voedingskabel
ongeschonden is!
De installatie
werkt niet
2
Voedingseenheid:
Led - knipperend GROEN
verlicht
Paneel:
De toets en de naam van de
bewoner worden niet verlicht
Terminal
De toets wordt niet verlicht
als hij aangeraakt wordt.
Er is een kortsluiting bij
de klemmen van de
voeding L1-L2 Terminal
en/of L1-L2 Paneel.
De kortsluiting wordt
verwijdert;
De led van de
voedingseenheid -
ononderbroken groen
verlicht.
Het Uitwendige paneel
zendt een signaal uit
waarbij de aanraking
van de toets bevestigd
wordt, het
oproepsignaal wordt
weergegeven, maar de
terminal wordt niet
opgeroepen
3
Voedingseenheid:
Led - groen verlicht
Uitwendige paneel
De toets en de naam van de
bewoner worden verlicht
Terminal
De toets wordt niet verlicht
als hij aangeraakt wordt.
De kabel bestemd voor de
aansluiting van de terminal
op de voedingseenheid is
onderbroken of de draden
zijn niet goed bevestigd in
de connectoren, bij de
voedingseenheid of bij de
terminal.
Controleer of de draden goed
bevestigd zijn in de connectoren,
zowel bij de voedingseenheid
als bij de terminal.
Controleer met een ohmmeter
of de verbindingskabel
onderbroken is; vervang de
kabel als deze onderbroken is.
Extern paneel zonder
verlichting van de toets
en de naam van de
bewoner;
De terminal krijgt de
opdrachten die geplaatst
zijn met behulp van het
toetsenbord, maar de
monitoring kan niet
verricht worden (gebrek
aan beeld en geluid)
4
De kabel bestemd voor de
aansluiting van het
uitwendige paneel op de
voedingseenheid is
onderbroken of de draden
zijn niet goed bevestigd in
de connectoren, bij de
voedingseenheid of bij het
uitwendige paneel.
Controleer of de draden goed
bevestigd zijn in de
connectoren, zowel bij de
voedingseenheid als bij het
uitwendige paneel.
Controleer met een ohmmeter
of de verbindingskabel
onderbroken is; vervang de
kabel als deze onderbroken is.
De installatie werkt;
het beeld geeft op het
scherm van de
terminal horizontale
of schuine strepen
(moirépatroon).
5
De kabel bestemd voor de
aansluiting van de terminal
op de voedingseenheid werd
op
L1-L2 Paneel
foutief
aangesloten en de kabel
bestemd voor de aansluiting
van het uitwendige paneel
werd op
L1-L2 Terminal
aangesloten.
De kabels bestemd voor de
aansluiting van het uitwendige
paneel en de terminal op de
voedingseenheid dienen op de
juiste manier aangesloten te
worden:
Uitwendige paneel -
L1-L2
Paneel
, Terminal -
L1-L2
Terminal.
Voedingseenheid:
Led - groen verlicht
Uitwendige paneel
De toets en de naam van de
bewoner worden niet verlicht
Terminal
De toets wordt verlicht als hij
aangeraakt wordt.
Voedingseenheid:
Led - groen verlicht
Uitvendige paneel
De toets en de naam van de
bewoner worden verlicht
Terminal
De toets wordt verlicht als hij
aangeraakt wordt.