1.
Druk op de menutoets.
2.
Navigeer naar het pictogram Sample Setup (Monstername-instelling) en druk vervolgens op de
toets Select (Selecteren).
3.
Wijzig de instellingen voor de opties. De standaardwaarden worden tussen haakjes
weergegeven.
Optie
Omschrijving
Methode
(Methode)
(Time) (Tijd): het instrument neemt een monster gedurende de periode die is opgegeven
in het veld Time (Tijd).
Volume: Het instrument neemt een monster gelijk aan de waarde in het veld Volume.
Time (Tijd)
Het instrument neemt een monster gedurende de periode die is opgegeven in dit veld.
Bereik: 00:00:01 t/m 23:59:59 (00:01:00). In de monsternamemethode Time (Tijd) is deze
waarde plus de Hold-tijd gelijk aan één cyclus.
Volume
Het instrument neemt een monster gelijk aan het volume dat in deze veldopstelling is
geplaatst. In de monsternamemethode Volume is deze waarde plus de Hold-tijd gelijk
aan één cyclus en is de resterende monsternametijd een geschatte waarde.
Hold
De hoeveelheid tijd tussen monsternames. Bereik: (00:00:00) t/m 23:59:59.
Delay
(Vertraging)
De periode voordat de eerste monstername wordt gestart na het indrukken van de toets
Start. Bereik: (00:00:03) t/m 23:59:59.
Cycles (Cycli)
Het totale aantal monstername- en Hold-intervallen. Bereik: (0) t/m 999. In de
automatische modus stopt het instrument nadat de laatste cyclus is voltooid. Met een
waarde 0 blijft de unit continu lopen totdat de gebruiker de toets Select (Selecteren)
indrukt.
Modus
Automatic (Automatisch): het instrument neemt monsters op basis van de opgeslagen
parameters.
Manual (Handmatig): het instrument neemt één monster en stopt.
Beep (Pieptoon): het instrument gebruikt de instellingen van de automatische modus
maar negeert de instellingen voor het tellingsalarm. Het apparaat laat een pieptoon horen
voor elk geteld deeltje.
4.
Configureer eventueel de opties voor Location (Locatie), Data display (Gegevensweergave),
Communications (Communicatie), Data export (Gegevensuitvoer) en Alarm Setup
(Alarminstellingen).
Start een monsternameproces met normale weergave
Verwijder de beschermkap van de inlaat en bevestig (indien nodig) de juiste sonde voordat u begint
met het nemen van monsters.
1.
Navigeer naar het pictogram van het monsternamescherm.
2.
Druk op de toets Select (Selecteren) om het monsternameproces te starten.
Het instrument start het monsternameproces met de standaard- of opgeslagen waarden voor
Sample Setup (Monsterinstellingen).
Terwijl het instrument monsters neemt, worden op het display de monsternamestatus, het huidige
monsternummer en de resterende monsternametijd weergegeven (
op pagina 136).
Opmerking: Als de monsternamemodus is ingesteld op Volume, is de waarde voor de monsternametijd die
overblijft een geschatte waarde op basis van de instelling voor Volume in Sample Setup (Monsterinstellingen).
3.
Laat het instrument het monsternameproces voltooien.
Als u het monsternameproces wilt
annuleren, drukt u nogmaals op de toets Select (Selecteren)
.
Het instrument voegt gegevens toe aan het logboek van de gegevensbuffer. In een statusveld
worden eventuele storingen weergegeven die zijn opgetreden tijdens het monsternameproces.
Opmerking: Indien de monstername handmatig is beëindigd voordat het proces werd voltooid, worden de
gegevens niet opgeslagen.
Nederlands
135
Summary of Contents for HHPC 2+
Page 211: ......