11
c) Grote vloer
d) Grote vloer moet hoeken
6. Bouwkundige bijzonderheden
• Wordt een ruimte door een verhoog of een galerij in de hoogte onderverdeeld, dan is onder
deze inrichtingen een rookmelder vereist wanneer hun oppervlakte groter is dan 16 m² en de
lengte en de breedte groter zijn dan 2 m.
• In ruimten met plafondverhogingen > 20° kunnen er zich in het plafondpunt warmtekussens
vormen die verhinderen dat de rook gedetecteerd wordt door de rookmelder.
• Daarom moeten in deze ruimten de rookmelders minstens 0,5 m en maximum 1 m van het
plafondpunt verwijderd gemonteerd worden, zie de volgende beide afbeeldingen.
• In ruimten met een verbuigingshoek ≤ 20° moeten rookmelders in het midden van het pla-
fond aangebracht worden.
Voorbeeld voor montage bij paneelvormig plafond met plafondverbuiging van > 20°
Opmerking: Rookmelders kunnen in de linker positie (1) of rechter positie (2) aangebracht worden.
7. Richtlijn voor plafondinstallatie
Voor plafonds met draagbalk – (hoogte van de draagbalk≤ 0,20 m en oppervlakte van het
plafondgedeelte > 36 m
2
of. ≤ 36 m
2
)
a) Voorbeeld voor plafond > 36 m
2
Legende:
1 = Rookmelder
Legende:
1 = Plafondgedeelte
2 = Draagbalk
b) Voorbeeld voor plafond ≤ 36 m
2
c) Voorbeeld voor plafonds met draagbalk (hoogte van de draagbalk > 0,20 m)
In gangen met een maximale breedte van 3 m mag de afstand tussen twee rookmelders max.
15 m bedragen. De afstand van de melder tot het buitenvlak van de gang met niet meer dan
7,5 m bedragen. In kruisingen, mondingen en hoeken (versteklijn) van gangen moet telkens een
melder aangebracht worden. Een voorbeeld voor de montage is terug te vinden in hoofdstuk 4.
8. Montage
• Draai de montageplaat op de achterkant van het apparaat tegen de klok in los
• Bevestig de montageplaat met behulp van het bijgevoegde montagemateriaal aan het pla-
fond of de muur. Test eerst of het bijgevoegde montagemateriaal voor de montage in de muur
of plafond geschikt is.
• Plaats de rookmelder in de montagehouder en draai de rookmelder tegen de klok in totdat
deze hoorbaar vastklikt.
• Let op: Rookmelders met vervangbare batterijen kunnen enkel met de ingebrachte batterijen
bevestigd worden, omdat deze over een afsluitingsmechanisme beschikken.
De batterijpunt (rood) is UIT bij de start van gebruik (linker foto). Bij het inschakelen van het
apparaat verschuift de batterijpunt (rechter foto).
Test na de installatie
Legende:
1 = Plafondgedeelte
2 = Draagbalk
Plafond
Plafond
Plafond
Plafond
Plafond
OFF
ON
OFF
ON
Rode batterijpunt - UIT
Batterijpunt na installatie