
NL
135
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Het toestel moet geaard worden. Gebruik de aansluitklem die
hiervoor voorzien is.
Sluit elk risico op verwondingen of elektrocutie uit en controleer altijd
eerst of de elektriciteit uitgeschakeld is vooraleer u de kap
demonteert.
De elektrische installatie moet uitgerust zijn met een meerpolige
stroomonderbreker vóór de boiler (zekeringhouder, schakelaar met
contactopeningen van minstens 3 mm) overeenkomstig de
plaatselijk geldende installatieregels (differentieelschakelaar 30mA).
Het is verboden de elektrische weerstand rechtstreeks op het net
aan te sluiten.
ONDERHOUD - HERSTELLING
Als het toestel moet leeg gemaakt worden, zet u de stroom uit. U
sluit de koudwatertoevoer. U zet een warmwaterkraan open en tapt
vervolgens het toestel af via de hendel van de veiligheidsgroep.
Bedien regelmatig het aftapsysteem van de veiligheidsgroep
(minstens één keer per maand).
Zo kunnen eventuele kalkresten afgevoerd worden en kan u
controleren of de afvoer niet verstopt is.
Wanneer de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen
worden door de fabrikant, uw servicedienst of een ander
gekwalificeerd persoon. Raadpleeg de bedradingsschemaʼs in het
hoofdstuk “Elektrische aansluiting” – “Installatie”.
De handleiding van dit toestel is verkrijgbaar bij de klantendienst
(gegevens achteraan deze handleiding).