17
Probleemoplossing
PROBLEEM
TE ONDERZOEKEN
Omgevingstemperatuur
wijkt af van de
aangegeven.
Wacht minstens 2 uren, tot de temperatuur zich stabiliseert.
Naargelang uw systeem is het mogelijk dat u een andere temperatuur dan de aangegeven op
uw toestel vaststelt. In dit geval kan u de aangegeven temperatuur kalibreren.
Lees de paragraaf
Aanpassen van de temperatuur
op bladzijde 15.
Het toestel warmt niet op.
Verzeker u ervan dat de COMFORT-modus is geactiveerd.
Ga na of de stroomonderbrekers van de installatie in ruststand staan of dat de
ontladingsschakelaar (indien u er over beschikt) niet de stroomverzorging van het toestel
onderbroken heeft. Controleer de luchttemperatuur van de ruimte: als deze te hoog is, warmt
het toestel niet op.
Het toestel verwarmt of
koelt onvoldoende.
-
Controleer dat het in de positie COMFORT staat.
-
Verzeker u ervan dat uw toestel enkel deze ruimte verwarmt (deur gesloten).
-
Er staat een hindernis voor het toestel: neem de hindernis weg.
-
De thermostaat is voor de koeling te hoog of te laag voor de verwarming ingesteld: verander
de aangegeven temperatuur door het indrukken van de toetsen
of
.
-
De filter onder het toestel ontbreekt: contacteer de klantendienst of uw installateur.
-
Blijft het probleem voortduren, contacteer dan de klantendienst. Vraag uw installateur om de
parameters van de verwarmingscurve te veranderen.
Het toestel blijft verder
verwarmen.
Controleer of het toestel niet in de tocht staat of dat de instelling van de temperatuur niet
gewijzigd werd.
Een risico is mogelijk in het elektriciteitsnet. Ontkoppel bij problemen de stroomverzorging van
het toestel (zekering, stroomonderbreker) gedurende ongeveer 10 minuten en schakel het dan
weer in. Als dit verschijnsel regelmatig optreedt, laat dan de stroomverzorging door uw
energieleveraar controleren.
Verwarmingscontrolelamp
in ECO-modus.
Deze functie is normaal. Het toestel kan opwarmen om de ecotemperatuur te handhaven.
Het toestel functioneert
niet, de controlelampen
zijn uit.
-
De stroom is onderbroken: wet de stroomverzorging weer op (stroomonderbreker).
-
Schakel het toestel in, druk op
.
-
Zet de schakelaar op I . Contacteer anders de klantendienst of uw installateur.
Reuk of een onaangename
geur treden op.
Er kan een uitvallen van een onderdeel, een overspanning of een elektrische overbelasting
zijn: schakel onmiddellijk de stroomverzorging uit en contacteer de klantendienst.
Het toestel is luid.
-
De filter is vuil: reinig de luchtfilter.
-
Er staat een hindernis voor het toestel: neem de hindernis weg.
-
Mocht het om het geruis van de luchtcirculatie gaan: dit geruis komt van de installatie en is
geen aanwijzing voor een defect.
-
De ventilatie van het toestel draait steeds maximaal. Het door de waterpomp geleverd water
is niet heet of koud genoeg voor de gewenste temperatuur. Vraag aan uw installateur om de
parameters van de verwarmingscurve te veranderen.
Vuile plekken verschijnen
aan de wand rondom het
toestel.
De vuile plekken hangen samen met een slechte kwaliteit van de ruimtelucht. In dit geval is het
raadzaam een goede verluchting van de ruimte (ventilatie, luchttoevoer enz.) alsook voor een
zuivere lucht te zorgen en roken binnen te vermijden. Deze vuile plekken zijn geen reden om
het toestel om te wisselen in het kader van de waarborg.
licht op.
Deze controlelamp geeft aan dat u volgende delen moet reinigen:
-
de filter onder het toestel
- het rooster onder het toestel.
De controlelamp
of
flikkert.
De gewenste temperatuur is niet compatibel met de huidige werking van de warmtepomp:
-
-Het systeem werd juist gestart: het water in de leidingen is nog niet heet
of coud
.
genoeg. Wacht enkele ogenblikken.
-
Probleem in de installatie van het huisnet: te weinig debiet, teveel drukverlies: contacteer de
installateur.
Blijft het probleem verder bestaan, contacteer dan in elk geval de klantendienst of uw
installateur.
De controle-lampen
or
lichten op.
wijst op een verbindingsprobleem van de luchtsensors.
wijst op een verbindingsprobleem van de watersensor.
Contacteer de klantendienst of uw installateur.