1
69
DE AFSTANDSBEDIENING WERKT NIET
E
De batterijen zitten niet goed in de houder. Controleren (let op de + en –
polen).
E
De batterijen zijn niet meer krachtig genoeg. Vervangen.
L
ALVORENS EEN VAKMAN TE RAADPLEGEN
De volgende situaties duiden niet op een defect:
•
De airconditioner herstart niet direct.
Ter bescherming van de compressor kan de airconditioner na uitschakeling
pas na ongeveer 3 minuten opnieuw worden opgestart.
•
Trage luchtstroom tijdens de verwarmingsfunctie.
De airconditioner heeft voorbereidingstijd nodig om warme lucht uit te
blazen.
•
De verwarmingsfunctie werkt niet gedurende 2 tot 10 minuten terwijl het
controlelampje brandt.
De ontdooifunctie treedt in werking; er is sprake van een lage
buitentemperatuur of hoge vochtigheidsgraad waardoor zich ijs vormt op de
buitenunit.
•
De binnenunit maakt een krakend geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door krimping of uitzetting van de binnenunit
als gevolg van temperatuurwisseling.
•
De ventilator stopt tijdens het ontvochtigen.
Condens op de warmtewisselaar verdampt opnieuw waardoor de relatieve
vochtigheidsgraad kan stijgen. Om dit te voorkomen stopt de ventilator van
de binnenunit als de kamertemperatuur voldoende gedaald is.
•
Geluid van stromend water.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het koudemiddel dat in de leidingen
stroomt.
•
De richting van de luchtstroom verandert.
Tijdens het koelen/ontvochtigen past de airconditioner na 1 uur automatisch
de luchtstroomrichting aan om te voorkomen dat condens naar beneden
druppelt.
Tijdens het verwarmen zal de positie van het horizontale blad automatisch in
horizontale stand gezet worden indien de temperatuur van de uitgaande
lucht te laag is of de ontdooifunctie in werking is getreden.
•
De binnenunit maakt een ratelend geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het starten van de ventilator of
compressor.
•
De buitenunit lekt water.
Dit wordt veroorzaakt door condens op de leidingen en warmtewisselaar van
de buitenunit.
•
Het signaal van de afstandsbediening wordt niet ontvangen.
Het signaal wordt belemmerd door straling van zonlicht of fel licht op het
ontvangstgedeelte van de binnenunit.
•
IJsvorming op de verticale bladen.
Indien de airconditioner langdurig in een omgeving met hoge relatieve
luchtvochtigheid wordt gebruikt kan er condens op de verticale bladen
neerslaan, dat zich omzet in ijs.