5
Nl
AAN DE SLAG
IN
L
E
IDING
Ne
derla
nds
■
Afstandsbediening
1
Invoerknoppen
Selecteer een ingangsbron waarnaar u wilt luisteren.
(
2
STEREO
• Schakelt de extended stereo-modus beurtelings in
en uit. (
• Schakelt de surround-modus uit. (
3
Cursors (
W
/
X
/
S
/
T
)/ENTER
Positie: Wijzig de instelling. (
Audiovertraging: Wijzig de instelling. (
iPod: Beweeg de cursor. (
FM: Ga een vooraf ingestelde groep en nummer
verder of terug. (
4
PRESET/TUNE, AUTO/MAN'L, MEMORY
Bedien een FM-tuner. (
5
s
/
e
/
p
/
b
/
a
Bedien een iPod of een Bluetooth-component.
(
6
BLUETOOTH ON/BLUETOOTH OFF
Maakt of verbreekt de verbinding met een Bluetooth-
component. (
7
STANDBY/ON
Schakelt het systeem in of zet het in de waakstand.
(
8
MOVIE/MUSIC/SPORTS/GAME
Selecteer surround-modus. (
9
VOLUME (+/-)/MUTE
Bedien het volume van het systeem. (
0
SW (+/-)/CENTER (+/-)/SUR. (+/-)
Wijzig de volumebalans. (
A
DOCK MODE
Schakelt de bedieningsmodus van de iPod om.
(
Infraroodsignaalzender