13
Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
V
O
O
R
BE
RE
ID
IN
G
E
N
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 28).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd
raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6
Ω
MIN” zetten voor u dit toestel in
gebruik neemt (zie bladzijde 27). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm
luidsprekers (zie bladzijde 82).
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
Aansluiten van luidsprekers
Opmerking
LET OP
OUTPUT
SUB
WOOFER
SPEAKERS
FRONT
A
B
SURROUND
CENTER
SURROUND BACK
1
2
4
5
7
6
3
Subwoofer
Midden-luidspreker
Voor-luidsprekers (A)
Surround
achter-luidspreker
Links
Rechts
Links
Rechts
Surround-luidsprekers
Voor-
luidsprekers (B)