BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
5
Nl
INL
E
ID
ING
Nederlands
8
TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 46).
9
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby)
(zie bladzijde 90).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen,
in de ON stand is gedrukt.
0
ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de eerste ruimte en Zone 2
(zie bladzijde 90).
y
Wanneer Zone 2 is geselecteerd, zal de ZONE2 indicator
ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het voorpaneel.
Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het
knipperen is.
A
VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
B
PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 34).
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting of de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
C
SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor-
luidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
D
PRESET/TUNING, EDIT
• Hiermee schakelt u PRESET/TUNING
l
/
h
heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
• Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 51).
E
STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
F
FM/AM
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
radiobanden FM en AM (MG) wanneer de “TUNER”
(radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
G
PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de
weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met
TONE CONTROL (zie bladzijde 33).
H
TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voor-luidsprekers, samen met PROGRAM
(zie bladzijde 33).
I
INPUT MODE
Hiermee kunt u het toestel uitsluitend instellen op digitale
of analoge ingangssignalen, of het toestel automatisch het
soort ingangssignaal laten bepalen wanneer een
component zowel digitaal als analoog op dit toestel is
aangesloten (zie bladzijde 35).
J
INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
K
MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 38).
De signaalbron die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen zal voorrang krijgen over een met INPUT op het
voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
L
VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video ingangsaansluitingen kunt u een
externe signaalbron zoals een spelcomputer, een
videocamera of draagbare audiospeler aansluiten
(zie bladzijde 24).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
M
USB poort
Hierop kan USB geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting worden aangesloten
(zie bladzijde 98).
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking