8
9
()
Toets CLASSIC
Deze toets activeert een voor klassieke muziek optimale equalizerinstelling.
(7)
Toets DISCO
Deze toets activeert een voor discomuziek optimale equalizerinstelling.
(8)
Toets JAZZ
Deze toets activeert een voor jazzmuziek optimale equalizerinstelling.
(9)
Toets ROCK
Deze toets activeert een voor rockmuziek optimale equalizerinstelling.
(10) Toets DISPLAY/MEMORY
Deze toets heeft 2 functies:
Terwijl de displayweergave (2) het niveau aangeeft van de afzonderlijke EQ-banden
(spectrumweergave), kan met deze toets de indicatiewijze worden omgeschakeld.
In de instelmodus voor de afzonderlijke equalizerbanden dient deze toets voor het ops-
laan van de gebruikergedefinieerde instelling onder één van de 5 geheugentoetsen
USER PRESET (11).
(11) Toetsen USER PRESET
Op deze geheugentoetsen kunnen 5 gebruikergedefinieerde equalizerinstellingen wor-
den opgeslagen.
De eerste keer inschakelen
› Controleer nogmaals of alle aansluitingen correct uitgevoerd zijn.
› Zet de equalizer aan met de toets POWER (1).
› Activeer op de versterker de aansluiting voor de effectapparaten resp. de aansluiting, waarop
de equalizer is aangesloten.
› Start op uw weergave-apparaat (bijv. CD-player) de weergave.
Hoofdstuck 5
Bediening
Hoofdstuck 5
Bediening
Instellen van de equalizerbanden
› Selecteer met de toets EQ MODE (4) de gewenste instelling.
Instelling ALT > bandbreedte vergroten (meerdere banden worden tegelijk geregeld)
Instelling FINE > bandbreedte klein (er wordt steeds slechts één frequentieband geregeld)
› Selecteer met de toetsen CURSOR CONTROL (3) 4 resp. 6 de in te stellen band. De geselecteerde
band knippert op het display (2).
› Stel met de toetsen CURSOR CONTROL (3) 8 resp. 2 het gewenste niveau in van de geselecteerde
band.
Opslaan en oproepen van door de gebruiker gedefinieerde instel-
lingen
Nadat alle equalizerbanden naar wens zijn ingesteld, kunt u deze instelling opslaan. Hiertoe
staan de 5 toetsen USER PRESET (11) ter beschikking.
› Druk op de toets DISPLAY/MEMORY (10) terwijl uw instelling op het display (2) zichtbaar is.
› Druk op de toets USER PRESET (11), waaronder deze instelling moet worden opgeslagen.
› Om deze instelling later terug op te roepen, drukt u gewoon op de toets USER PRESET (11),
waaronder de instelling werd opgeslagen.
Oproepen van de fabrieksinstellingen
Vanaf de fabriek zijn al 4 instellingen voor verschillend muziekmateriaal voorgeprogrammeerd.
Bovendien is er nog een instelling (FLAT) voorzien, die het geluid niet beïnvloedt.
› Om één van deze voorinstelingen op te roepen drukt u op de toetsen CLASSIC (6), DISCO (7),
JAZZ (8) of Rock (9).
› Indien u geen beïnvloeding van het geluid door de equalizer wenst, of alle equalizerbanden in
de uitgangspositie terug wilt brengen, drukt u op de toets FLAT (5).