4
5
Houd bij het neerzetten van het apparaat rekening met de omgeving, bijv. de plaats van de
dichtstbijzijnde contactdoos, enz. Let bij het plaatsen van het apparaat op dat blootstelling aan
direct zonlicht, trillingen, stof, hitte, kou en vocht moet worden voorkomen. Er mogen zich geen
sterke transformatoren of motoren in de nabijheid van het apparaat bevinden.
Gebruik het apparaat uitsluitend op een stabiele, horizontale ondergrond. Rondom
het apparaat moet voldoende luchtcirculatie mogelijk zijn om de ontstane warmte
af te kunnen voeren. Plaats het apparaat daarom alleen op gladde oppervlakken,
niet op tapijten etc. Dek de ventilatiesleuven van de behuizing niet af.
Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot beschadiging van het ap-
paraat.
Boor voor het bevestigen van het apparaat niet in de behuizing en plaats geen extra
schroeven. Hierdoor wordt het apparaat beschadigd.
Zorg dat het apparaat stabiel wordt geplaatst aangezien omlaag vallende apparatu-
ur ongelukken kan veroorzaken.
Vanwege de verschillende soorten lak en politoer die bij meubels gebruikt worden, kan het
niet uitgesloten worden, dat de voetjes van het apparaat door een chemische reactie zichtbare
resten op meubels achterlaten. Het apparaat dient daarom niet zonder geschikte bescherming
op kostbare meubeloppervlakken te worden geplaatst.
Opstellen
Hoofdstuck 4
Aansluiting
Hoofdstuck 3
Opstellen
Controleer voor de aansluiting of de netstekker uit het stopcontact is getrokken.
Ontkoppel alle apparaten die moeten worden aangesloten eveneens van de betref-
fende stroombronnen.
Let op, dat de aansluitingen correct worden verbonden, d.w.z. altijd links met links en rechts met
rechts verbinden.
Aansluiting van de cinchbussen en de afstandsbesturingsleiding
Gebruik voor de aansluiting van de cinchbussen alleen de meegeleverde of geschi-
kte, afgeschermde cinchkabels. Bij het gebruik van andere kabels kunnen storingen
optreden. Om vervormingen of verkeerde aanpassingen te voorkomen die tot scha-
de aan het apparaat kunnen leiden, mogen aan de cinchbussen alleen apparaten
met deze cinchaansluitingen worden aangesloten.
Gebruik voor het aansluiten van de afstandsbedieningsaansluiting alleen de mee-
geleverde afstandsbesturingsleiding.
De witte cinchbus van de versterker wordt met de linker cinchaansluiting van de versterker ver-
bonden.
De rode cinchbus van de versterker wordt met de rechter cinchaansluiting van de versterker
verbonden.
4
Aansluiting
E Q
TA PE
TU NER
C
E
R
Y
A
L
P
R
E
N
U
T
D
C
O
N
O
H
P
TA P E
P L A Y
R E C
E Q
C D
L
R
REMOT E SYSTEM
_
A U D I O
L
RI G H T
L E F T
_
AV 1
A V 2
L
R
IN T E G R A T ED C IR C U I T
A C 22 0V - 23 0V ~ 50H z
S P E A K E R S 6 ~ 8
GND
EQ
EQUALIZER
INTEGRATED CIRCUIT
AC 220-230V~50Hz
POWER CONSUMPTION: 10W