6
OPMERKINGEN:
• Bij het meten van de afstand binnen 10 m, is de meetnauwkeurigheid
± 2 mm. Bij het meten vanaf meer dan 10 m wordt de meetnauwkeurigheid
als volgt berekend:
± 2 mm + 0,05 x (D–10). (D: meetafstand, eenheid: m).
• Als u metingen doet met slecht reflecterende doelen of zeer ruwe
oppervlakken, als de omgevingstemperatuur te hoog of te laag is of als de
omgevingshelderheid te hoog is, bijvoorbeeld bij het doen van metingen
in direct zonlicht, is de deviatie ongunstig.
VERBODEN
1. Probeer het apparaat niet te demonteren, te repareren of anderszins aan
te passen.
2. Het apparaat onderdompelen in water.
3. De lens schoonmaken met alcohol of een ander organisch oplosmiddel.
4. Met de vingers of andere ruwe oppervlakken direct over de lens vegen.
5. De nominale voedingsspanning bij DC overschrijden.
PLAATSEN VAN DE BATTERIJEN
Verwijder het batterijdeksel en plaats 2 AAA-batterijen (alkaline).
GEBRUIK
Zie ook afbeelding AA t/m L op pagina 1 van deze handleiding.
1. AANZETTEN
• Druk kort op
om het apparaat aan te zetten. Het scherm ziet eruit
zoals afb. AA.
• Het apparaat gaat in de enkele meetmodus en de laserstraal gaat aan
(afb. A).
• De laserstraal gaat automatisch uit als het apparaat langer dan
30 seconden niet wordt gebruikt. U kunt ook kort op
drukken om de
laserstraal uit te zetten (afb. B).
• Druk nogmaals kort op
om de laserstraal aan te zetten (afb. C).
2. DE MEETREFERENTIE WIJZIGEN
• De standaard meetreferentie is de onderkant van het apparaat (afb. D).
• Houd
ingedrukt om de meetreferentie te wijzigen naar de bovenkant
van het apparaat (afb. E).
3. WISSELEN VAN EENHEID
• Standaard is de eenheid ingesteld op m (afb. F).
• Houd
ingedrukt om te wisselen van m naar ft (afb. G).
• Houd
nogmaals ingedrukt om te wisselen van ft naar in (afb. H).
Let op:
Als u
ingedrukt houdt om te wisselen van meeteenheid,
verandert de waarde automatisch mee als er een meetwaarde is.
Als de eenheid m
2
is, houdt u
ingedrukt om te wisselen van m
2
naar
ft
2
en in
2
.
Als de eenheid m
3
is, houdt u
ingedrukt om te wisselen van m
3
naar
ft
3
en in
3
.
Als u het apparaat later opnieuw aanzet, onthoudt het apparaat de laatste
meeteenheid die u hebt gebruikt.
4. DE MEETMODUS WIJZIGEN
• Standaard is het apparaat ingesteld op de enkele meetmodus (afb. I).
• Druk kort op
om te wisselen naar de modus voor oppervlaktemeting
(afb. J).
• Druk nogmaals kort op
om te wisselen naar de modus voor
volumemeting (afb. K).
• Druk nogmaals kort op
om te wisselen naar de enkele meetmodus
volgens de stelling van Pythagoras (afb. L).
• Druk nogmaals kort op
om te wisselen naar de dubbele meetmodus
volgens de stelling van Pythagoras (afb. M).
• Druk nogmaals kort op
om te wisselen naar de modus voor het
bekijken van historische gegevens. De laatste meetgegevens worden
weergegeven (afb. N).
Let op:
In de modus voor het bekijken van historische gegevens ziet u enkele
meetgegevens die het resultaat zijn van fabriekstests. Dit betekent niet dat
het apparaat al is gebruikt.
5. UITZETTEN
• Het apparaat kan op elk moment worden uitgeschakeld door
ingedrukt te houden.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
Zie ook afbeelding O t/m X op pagina 1 van deze handleiding.
1. ENKELE METING
• Richt de laser in de enkele meetmodus op het doel.
• Druk kort op
. Het meetresultaat wordt meteen weergegeven (afb. O).
2. CONTINUE METING
• Richt de laser alleen in de enkele meetmodus op het doel.
• Houd
ingedrukt om de continue meetmodus te activeren. De
maximale, minimale en huidige meetwaarde worden op het scherm
weergegeven (afb. P).
3. OPPERVLAKTEMETING
• Richt de laser in de modus voor oppervlaktemeting op het doel.
• Druk kort op
om de twee zijden van het doel te meten. De berekende
oppervlakte wordt weergegeven (afb. Q).
4. VOLUMEMETING
• Richt de laser in de modus voor volumemeting op het doel.
• Druk kort op
om de drie zijden van het driedimensionale doel te
meten.
• Het berekende volume wordt meteen weergegeven (afb. R).
Let op:
De waarde van de derde zijde wordt niet op het scherm weergegeven,
omdat er slechts drie regels op het scherm passen.
5. ENKELE METING VOLGENS DE STELLING VAN PYTHAGORAS
• Richt de laser in de enkele meetmodus volgens de stelling van
Pythagoras op het doel.
• Druk kort op
om de lengte van de schuine zijde en de rechthoekszijde
van een rechthoekige driehoek te meten.
• De berekende waarde van de hoogte van de rechthoekige driehoek wordt
meteen weergegeven op het scherm (afb. S).
6. DUBBELE METING VOLGENS DE STELLING VAN PYTHAGORAS
• Richt de laser in de dubbele meetmodus volgens de stelling van
Pythagoras op het doel.
• Druk kort op
om de lengte van de schuine zijde, de rechthoekszijde en
de andere schuine zijde van een driehoek te meten.
• De berekende waarde van de totale hoogte wordt meteen weergegeven
op het scherm (zie afb. T).
Let op:
De waarde van de andere schuine zijde wordt niet op het scherm
weergegeven, omdat er slechts drie regels op het scherm passen.
7. BEKIJKEN EN VERWIJDEREN VAN HISTORISCHE GEGEVENS
• In de modus voor bekijken van historische gegevens is de laatste meting
de meest actuele meting.
• Druk kort op
om vooruit te bladeren door de metingen.
• Druk kort op
om terug te bladeren door de metingen.
• Druk kort op
om de metingen een voor een te verwijderen.
• Bereik van historische gegevens: 0-19.