Nederlands
180
WILO SE 11/2017
6.3.2
Gedrag in dubbelpompbedrijf
Pompwisseling
Tijdens het dubbelpompbedrijf gebeurt na periodische tijdsintervallen
een pompwisseling (intervallen instelbaar; fabrieksinstelling: 24 h).
De pompwisseling kan worden geactiveerd:
• intern tijdgestuurd (menu's <5.1.3.2> + <5.1.3.3>),
• extern (menu <5.1.3.2>) door een positieve flank op het contact
“AUX” (Zie afb. 23),
• of handmatig (menu <5.1.3.1>).
Een handmatige of externe pompwisseling is ten vroegste 5 seconden
na de laatste pompwisseling mogelijk.
Het activeren van de externe pompwisseling deactiveert gelijktijdig
de interne tijdgestuurde pompwisseling.
Een pompwisseling kan schematisch als volgt worden beschreven (zie
ook afb. 16):
• Pomp 1 draait (zwarte lijn)
• Pomp 2 wordt met een minimaal toerental ingeschakeld en loopt kort
daarna tot aan de gewenste waarde (grijze lijn)
• Pomp 1 wordt uitgeschakeld
• Pomp 2 draait verder tot de volgende pompwisseling
OPMERKING:
Bij het regelbedrijf moet rekening worden gehouden met een ietwat
hogere doorstroming. De pompwisseling hangt af van de acceleratie-
tijd en duurt over het algemeen 2 s. In het regelbedrijf kan de opvoer-
hoogte lichtjes schommelen. De pomp 1 past zich hoe dan ook aan de
gewijzigde voorwaarden aan. De pompwisseling hangt af van de
acceleratietijd en duurt over het algemeen 4 s.
Gedrag van de in- en uitgangen
Ingang actuele waarde In1, ingang gewenste waarde In2:
• op de master: geldt voor het gehele aggregaat
“Extern off”:
• op de master ingesteld (menu <5.1.7.0>): geldt afhankelijk van de
instelling in het menu <5.1.7.0> alleen voor de master of voor de mas-
ter en de slave.
• op de slave ingesteld: geldt alleen voor de slave.
Storings-/bedrijfsmeldingen
ESM/SSM:
• Voor een centrale besturingsplaats kan er een verzamelstoringsmel-
ding (SSM) op de master worden aangesloten.
• Hierbij mag het contact alleen aan de master worden toegewezen.
• De weergave geldt voor het gehele aggregaat.
• Op de master (of via de IR-monitor/IR-stick) kan deze melding als
enkel- (ESM) of verzamelstoringsmelding (SSM) in het menu
<5.1.5.0> geprogrammeerd worden.
• Voor de enkelstoringsmelding moet het contact aan iedere pomp
worden toegewezen.
EBM/SBM:
• Voor een centrale besturingsplaats kan er een verzamelbedrijfsmel-
ding (SBM) op de master worden aangesloten.
• Hierbij mag het contact alleen aan de master worden toegewezen.
• De weergave geldt voor het gehele aggregaat.
• Op de master (of via de IR-monitor/IR-stick) kan deze melding als
enkel- (EBM) of verzamelstoringsmelding (SBM) in het menu
<5.1.6.0> geprogrammeerd worden.
• De functie – “Stand-by”, “Bedrijf” en “Net-Aan” van EBM/SBM kun-
nen onder <5.7.6.0> op de master worden ingesteld.
Afb. 16: Pompwisseling
t
Δp
Pomp 1
Pomp 2
Содержание VeroLine-IP-E
Страница 2: ......