Inbedrijfname
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU KS
195
Controle van de draairichting
Een elektromonteur controleert het draaiveld op de netaansluiting met een draaiveld-
tester. Voor de juiste draairichting moet er een rechtsdraaiend draaiveld op de net-
aansluiting aanwezig zijn. De pomp is
niet
goedgekeurd voor het gebruik op een links-
draaiend draaiveld!
VOORZICHTIG! Als de draairichting wordt getest door middel van
een testloop, moeten de omgevings- en bedrijfsomstandigheden in acht worden ge-
nomen!
Onjuiste draairichting
Bij een onjuiste draairichting wijzigt u de aansluiting als volgt:
▪ Verwissel bij motoren met directe aanloop twee fasen.
▪ Verwissel bij motoren met sterdriehoekaanloop de aansluitingen van twee wikkelingen
(bijv. U1/V1 en U2/V2).
Pompen met CEE-faseomkeerstekker en faseomkeerder
AUTO
RESET
180°
ON
OFF
1
2
Fig. 7:
Faseomkeerder
1. Steek de CEE-faseomkeerstekker in de contactdoos.
2. Controleer de controlelampen.
⇒ Controlelampen uit: draairichting in orde.
⇒ Controlelampen aan: draairichting fout.
3. Corrigeer de draairichting.
⇒ Druk met een geschikte schroevendraaier de faseomkeerder in de stekker in
en draai deze 180°.
▶ Draairichting correct ingesteld.
7.4
Bedrijf in explosieve atmosfeer
GEVAAR
Explosiegevaar door vonken in het hydraulische systeem!
Tijdens het bedrijf moet het hydraulische systeem vol zijn gelopen (volledig gevuld
met medium). Als het debiet afbreekt of het hydraulische systeem opduikt, kunnen
in het hydraulische systeem luchtbuffers ontstaan. Daardoor bestaat explosiegevaar,
bijvoorbeeld door vonken als gevolg van statische lading! Een droogloopbeveiliging
moet de uitschakeling van de pomp bij een bepaald vloeistofniveau waarborgen.
Goedkeuring volgens
Type
ATEX
FM
CSA
KS 5 Ex
•
•
–
KS 6 Ex
•
•
–
KS 8
–
–
–
KS 9
–
–
–
KS 12
–
–
–
KS 14
–
–
–
KS 15
–
–
–
KS 16 Ex
•
•
–
KS 20
–
–
–
KS 24
–
–
–
KS 37
–
–
–
KS 70
–
–
–
Legenda: - = niet aanwezig/mogelijk, • = seriematig